Genesis van Compagnie Cecilia/Abattoir Fermé, gezien in Het Arsenaal. Brief aan Hanne, Kirsten, Lina, Loena, Lucie, Patricia, Tania, Tine, Ali, Bart, Chiel, Dominique, Steve, Tom, Titus, Linde, Viktor en Stef.

Gepubliceerd op 26 maart 2024 om 13:20

Beste Hanne, Kirsten, Lina, Loena, Lucie, Patricia, Tania en Tine.
Beste Ali, Bart, Chiel, Dominique, Steve, Tom en Titus.

Beste Linde,
Beste Viktor,

Beste Stef,

 

Ik had een dekentje mee.  Een dikke trui.  Een muts.  Een sjaal.  Handschoenen.  In de ogen van de tandartsassistente mag het dan altijd wel lente zijn, het warme lentezonnetje was die vrijdagavond ver weg.  Het regende.  Het was koud.  Omdat de voorstelling in een oude industriële loods speelt, die aan het weer en de elementen is overgeleverd, had u ons gevraagd voldoende warme kleding te voorzien.  Ik had gehoor gegeven aan uw oproep.  Ik was voorbereid.  Bijgevolg was ik er twee waard.  Toch was ik nog iets vergeten.  Een paraplu.  Dat zou handig geweest zijn om mij te beschermen tegen insijpelend regenwater.  Gelukkig kon ik genieten van de voordelen van goed nabuurschap.  Een buurvrouw bood mij spontaan haar paraplu aan.  Nu was ik klaar.  Nu mocht de voorstelling beginnen.

 

Ik kan het niet helpen maar bijna meteen galmde in mijn hoofd die ene hit van R.E.M.  It’s the end of the world as we know it, dat ging maar door.  Onophoudelijk.  De hele voorstelling lang.  Ik kan het best begrijpen.  De setting inspireerde mij.  Het verhaal maakte die ene song wakker in mij.  Wat moeten we anders denken als wij op scène vijftien mensen zien schuilen in een bunker.  Om zich in die betonnen plek te beschermen tegen rampen en onheil.  Buiten heerst de zondvloed.  Het armageddon.  In de bunker heerst ‘rust’.  Een rust die dicht aanschuurt tegen gekte.  Absolute gekte.

 

Die week had ik in de krant een opiniestuk gelezen van Ignaas Devisch.  Daarin wees hij op het verschil tussen een leugenaar en een zwetser.  Volgens hem is een leugenaar eropuit doelbewust de feiten te verdraaien of dingen achter te houden.  Een zwetser geeft geen moer om de vraag of wat hij zegt, klopt dan wel leugenachtig is.  Een zwetser kletst de hele tijd maar raak om zijn doel te bereiken.  Of wat hij zegt feitelijk juist is, doet er niet toe.  Zolang het doel maar in zicht blijft.

 

Dat opiniestuk zie ik vertaald op het podium.  In de Bunker zwaait Beire Pap de plak.  Hij is de koninklijke hoogheid.  Een hoogheid die uit zijn nek lult.  Die raaskalt.  Die zevert.  Hij bestempelt expertise en kennis als totaal nutteloos.  Wat hij zegt, is wet.  Andere opinies worden weggezet als fake news.  Dit is wat het is.  Beire Pap is de wereldkampioen in het zwetsen.  Door niemand wordt hij geëvenaard.  Door niemand wordt hij overtroffen.  Het inhoudsloze gezwets wordt verheven tot beleid.

 

Of er enige oppositie is? Of er iemand binnen de Bunker enig weerwerk biedt? Neen.  Totaal niet.  Iedereen binnen de Bunker wacht.  Wacht tot hij of zij geroepen wordt.  Wacht tot Beire Pap alweer bevelen uitdeelt.  De bewoners verwachten een reset.  Een totale ommekeer.  Zelf iets ondernemen om die ommekeer te bewerkstelligen is evenwel een stap te ver.  Wachten, dat is het enige wat zij lijken te kunnen.  Wachten en hopen dat die ene koninklijke hoogheid een reset zal realiseren.

 

Het publiek lacht om de dwaasheid die op het podium wordt tentoongespreid.  Dat doet mij dan weer denken aan het vervolg van dat opiniestuk.  Daarin verwijst Devisch naar Trump.  Hij schrijft dat Trump al jarenlang de publieke ruimte vult met gezwets.  Hoe meer hij dat doet, hoe minder we hem erop afrekenen en hoe makkelijker hij ermee wegkomt.  Trump lalt en bralt, wij halen de schouders op.  Wij lachen.  Dat we Trump stilaan met een andere standaard beoordelen omdat zijn gedrag dermate van de norm afwijkt, is net zijn bedoeling en meteen ook het gevaar.

 

In commentaren werd geschreven dat Beire Pap akelig dicht bij Trump staat.  Ik zie het anders.  Beire Pap is Trump.  Dat zien wij niet enkel in het gezwets.  Dat zien wij ook op de dag, waarop de bewoners de Bunker zullen verlaten.  Beire Pap wordt als eerste naar buiten gestuurd.  Om te verkennen.  Om te kijken of de tijd rijp is.  Zijn besluit komt vrij snel.  Niemand mag naar buiten.  Iedereen blijft in de Bunker.  Omdat hij plots beseft dat hij buiten de Bunker niks waard is.  Omdat hij buiten de Bunker alle macht zou verliezen.  Hij zou slechts een meelopertje zijn.  Een schertsfiguur.  Daarom blijft hij met zijn volgelingen binnen.  Jawel, dit is Trump.  Dit is Trump zoals hij tekeer ging bij de presidentsverkiezingen en de bestorming van het Capitool.  Dit is Trump zoals hij vandaag tekeer gaat tegen Biden en iedereen die hem ook maar een strobreed in de weg durft leggen.

 

It’s the end of the world.  As we know it.  Ik denk aan de wereld buiten het Arsenaal.  De oorlog in Gaza.  De oorlog in Oekraïne.  De klimaatverandering.  Het zwalpende Amerika.  Ik kijk naar het podium.  Het gezwets.  Het geschrok.  Het gebras.  Ik zie donkerte.  Ik zie chaos.  Nergens ook maar één lichtpuntje.  Als er dan een lichtpuntje is, dat het Geweten wordt genoemd, wordt dat Geweten geslachtofferd.  Geofferd.  Neen, hiervan word ik niet vrolijk.  Waardoor ik meteen begrijp waarom niet gekozen werd voor een theater.  Voor een warme zaal.  Voor comfortabele zitjes.  Het Arsenaal is deel van de voorstelling.  Het moet ons nog meer gedesoriënteerd doen voelen.

 

Was de voorstelling goed? Was de voorstelling slecht? Ik heb gemerkt dat er voor- en tegenstanders zijn.  Een tussenpositie lijkt niet te bestaan.  Misschien is de voorstelling ook hierin wel een spiegel van de maatschappij.  Een maatschappij waarin enkel de uitersten van belang zijn.  Een maatschappij waarin de nuance van geen tel is.  Terwijl ik dit alles op een rijtje zet, kom ik tot het besluit dat ik mij tot het kamp van de voorstanders reken.  Dat besef komt nu pas.  Meteen na de voorstelling was ik sprakeloos.  Ik was murw geslagen.  Helder denken leek plots onmogelijk.  Ik zweeg.  Tot nu.  Pas nu heb de tijd gevonden om alles op een rijtje te zetten.

 

Drie uur lang keek ik naar een voorstelling waarin alle elementen op een schitterende manier samenkwamen.  De spelers, de muziek, het decor, de zaal.  Jawel, zelfs het weer kon niet idealer zijn.  Dit was het perfecte weer voor de voorstelling.  Deze voorstelling kon geen zon verdragen. 

 

Drie uur lang hebt u mij ondergedompeld in een dolgedraaide wereld, waarin de acteurs volledig los konden gaan.  Dat deden zij.  Op een sublieme wijze.  Ik heb gelachen.  Maar nog vaker sloeg de angst mij om het hart.  Dat was op momenten waarop scènes akelig herkenbaar worden.  Waarop scènes de werkelijkheid al te dicht benaderen.  Deze voorstelling was een spiegel waarin het niet altijd aangenaam kijken was.

 

Beste Hanne, Kirsten, Lina, Loena, Lucie, Patricia, Tania en Tine.  Beste Ali, Bart, Chiel, Dominique, Steve, Tom en Titus.  Beste Linde.  Beste Viktor.  Beste Stef.  Ik wil u danken voor deze voorstelling.  Het was heerlijk.  Gek.  Dolgedraaid.  Confronterend.  Beangstigend.  Ontnuchterend.  Intens.  Het was veel.  Heel veel.  Voor die rijke avond wil ik u van ganser harte danken.  Dank dus.  Dank.  Dank.  Dank.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.