Sono Io? van Circus Ronaldo, gezien in De Herbakker. Brief aan Danny en Pepijn.

Gepubliceerd op 26 februari 2024 om 13:05

Beste Danny,
Beste Pepijn,

 

Toen we lazen dat u met de voorstelling Sono Io? naar Eeklo kwam, twijfelden wij niet.  Wij kochten onmiddellijk een kaartje.  Wij kenden uw reputatie.  Die ijzersterke reputatie gaf ons de garantie dat de voorstelling goed zou zijn.  Dat wisten wij met een aan honderd procent grenzende zekerheid.  Sommige gezelschappen kunnen die uitzonderlijke garantie bieden.  U bent één van die zeldzame gezelschappen.  Wij waren er dus gerust op.  U zou ons niet teleurstellen.

 

Vorige vrijdag zaten wij dus in De Herbakker.  Op podium zagen wij iemand in bad.  De vader.  Hij zat te luisteren naar gemaakte opnames van vroegere voorstellingen.  Voorstellingen waarin de vader schitterde.  Da vader luisterde naar het applaus.  Meerdere malen.  Alsof hij verslaafd was aan het applaus.  Alsof hij hunkerde naar dat applaus.  Terwijl de vader zichzelf verloor in die opnames, stapte de zoon binnen.  De verloren zoon.  De zoon, die ooit was weggegaan en nu terugkeerde.  Naar zijn vader.  Onwennigheid trad in.  Bij de vader.  Bij de zoon.

 

Dat was de inleiding.  Een inleiding die elk verhaal nodig heeft.  Nu kon het verhaal verder.  Wij hadden zonet kennisgemaakt met de protagonisten.  Nu konden wij ons richten op het verdere verloop van het verhaal.  Meteen herkennen wij het unieke van uw gezelschap.  U weet een verhaal te brengen zonder woorden.  Jawel, u brabbelt een broebeltaaltje.  Nauwelijks verstaanbaar.  Maar de enkele kernwoorden, nodig voor een goed begrip van het verhaal, weet u duidelijk te plaatsen.  Wij pikken die op.  Die enkele woorden kluisteren ons vast.  Die enkele woorden binden ons aan u.  Wij kunnen niet meer loslaten.  Wij zijn in de ban.  Wij zijn in uw greep.

 

Want wat u vertelt, is zo herkenbaar.  De vader die een stap terugzet.  De zoon die op het voorplan treedt.  Dat is de essentie van het verhaal.  Maar dat loopt niet van een leien dakje.  Daarvoor moet eerst een heel parcours worden afgelegd.  Daarvoor moet eerst een strijd worden gevoerd.  Een vader is niet zomaar bereid zijn plaats af te staan.  De vader heeft successen gekend.  Nationaal en internationaal.  Hij is een gevierd en gelauwerd artiest.  Alom wordt hij bewierookt.  Alom wordt hij geprezen.  Dat alles zomaar loslaten, het is geen vanzelfsprekendheid.  De zoon heeft dan weer dromen.  Hij droomt van een carrière, in de voetsporen van zijn vader.  Een carrière, uit de schaduw van zijn vader.  Bovendien heeft de zoon andere ideeën.  Vernieuwende ideeën.  Dat botst met de behoudsgezinde visie van de vader.  De vader houdt vast aan recepten die hun succes hebben bewezen in het verleden.  De zoon wenst dan weer nieuwe formules uit te proberen.  U ziet, de overdracht van de ‘macht’ verloopt niet vlotjes.

 

De vader daagt de zoon uit.  De zoon daagt de vader uit.  Die tweestrijd brengt u schitterend in beeld.  Soms lachen wij.  Uitbundig.  Soms worden wij stil.  Heel stil.  U kent de perfecte verhouding tussen een lach en een traan.  U weet juist te doseren.  Op elk moment.  Elk gebaar zit juist.  Elk gebaar versterkt het verhaal.  Soms zijn het grote gebaren.  Die zich vertalen in uitzonderlijke acrobatieën.  Soms zijn het net heel kleine gebaren.  Een aanraking.  Een blik.  De strijd wordt naar een hoogtepunt gebracht.  Om dan af te koelen.

 

Geleidelijk aan verdwijnt de rivaliteit.  Vader en zoon vinden elkaar.  In een schitterende finale.  Wij zien de zoon de hoofdrol opeisen.  Wij zien de vader terugplooien op een assisterende rol.  De zoon schittert in een nieuwe choreografie terwijl de vader zijn zoon vanuit de achtergrond begeleidt.  De vader moedigt zijn zoon aan.  In die aanmoediging vindt de zoon de kracht om verder te gaan.  Om grootser te gaan.  De estafette is bijna gelopen.  De vader heeft bijna het stokje overgegeven aan de zoon.

 

Ik herken die fase, denk ik plots.  In mijn relatie met mijn vader.  De verzorgende taken wisselen van plaats.  Terwijl mijn vader in het verleden voor mij zorg droeg, kantelt die positie nu.  Ik besef dat die verzorgende taak meer en meer naar mij toekomt.  Ik zal mijn vader binnenkort moeten bijstaan.  Die positiewissel is bijzonder emotioneel.  Plots zie ik mijn vader op het podium.  Plots zie ik mijzelf op het podium.  De vader moet loslaten.  De zoon moet ‘opeisen’.  Ik krijg de krop in de keel.  Uw voorstelling wordt nog intenser.  Afstand bestaat plots niet meer.  De grens tussen podium en tribune vervaagt.  Wij zijn één.  Op dat moment in dat theater zijn wij één.

 

Beste Danny.  Beste Pepijn.  Ik wist het op voorhand.  Ik wist dat het goed zou zijn.  Wat ik niet wist, is hoe goed het zou zijn.  Dat weet ik nu.  U hebt mij aangegrepen.  Op een manier die ik nauwelijks kan beschrijven.  Uw verhaal kwam heel dichtbij.  Op een manier waaruit ik nu kan begrijpen hoe ik verder moet.  In uw voorstelling vond ik een begin van antwoord.  Ik hoef niet te strijden.  Ik dien het enkel te laten gebeuren.  Plots begrijp ik wie ik ben.  Voor die bijzondere voorstelling en dat heldere inzicht wil ik u danken.  Van ganser harte.  Dank dus.  Dank.  Dank.  Dank.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.