Beste Anton,
Enkele weken terug las ik in De Standaard een interview met u. Daarin steekt u uw ergernis over de staat van het publieke debat niet weg. U meent dat men in Vlaanderen al snel vindt dat iemand die een iets abstractere redenering opbouwt neerkijkt op de rest. U zegt dat wij ons hierdoor discussies ontzeggen die we eigenlijk wél zouden moeten voeren. Want niet alles hoeft leuk te zijn. Want niet alles hoeft een kwestie van gezond verstand te zijn. Dat interview las ik ’s morgens bij mijn koffie. Ik moet zeggen, ik verslikte mij niet in mijn koffie. Integendeel. Ik ging glimlachen. Eindelijk iemand die luidop zei dat de lat in Vlaanderen echt wel een stuk hoger zou mogen liggen. Want ook ik erger mij soms aan al te doorgedreven simplificatie van het debat. In een poging om iedereen in het debat mee te krijgen wordt de complexiteit weggefilterd. Door net de complexiteit van een debat te begrijpen, kan men ook de moeilijkheid van datzelfde debat vatten. Ik las uw woorden en dronk nog een koffie.
Aan die woorden moest ik denken toen ik begon te lezen in Des te erger voor de feiten. In dat boek bundelt u enkele van uw essays. Het boek is een kroniek van binnen- en buitenlandse gebeurtenissen die de voorbije jaren spraakmakend waren. Om alles overzichtelijk te houden worden de essays geordend in vier katernen: populisme en partijdemocratie, filosofische reflecties, Belgische politiek en politiek buiten België.
Terwijl ik uw boek lees, moet ik opnieuw denken aan dat interview. Daarin zegt u dat lezers u weleens mailen omdat ze iets niet helemaal begrijpen. U verschaft hen dan wat meer toelichting. U bent een aimabel man. Maar toch denkt u soms dat de lezer het toch gewoon nóg een keer moet lezen. Tijdens het lezen van uw boek heb ik u geen mails gestuurd. Ik heb het niet gedaan. Wat ik wel heb gedaan, is hele stukken opnieuw lezen. Twee keer. Soms drie keer. Soms zag ik het licht. Soms bleef het donker. Ik weet nu al dat uw boek niet aan de kant gaat. Ik hou het dicht bij mij. Want ik ga het herlezen. Niet alles in één keer. Zoals ik nu deed. Ik zal het een volgende keer meer spreiden in de tijd. Zodat alles beter kan binnenkomen.
Een tweede leesbeurt dringt zich op. Daarvan ben ik mij al bewust. Toch heb ik bij deze leesbeurt een aantal interessante ideeën opgepikt. Zo lees ik dat politici steeds nauwer in de invloedssfeer van spindoctors worden getrokken in plaats van naar een achterban te luisteren of aan de dictaten van een partijmachine te gehoorzamen. Europese partijen koppelen zich los van hun sociale basis en roepen steeds meer de hulp in van pr- en marketingtechnieken. U merkt terecht op dat politici geen zicht meer hebben op wat speelt bij de bevolking. Beleid en politiek worden losgekoppeld. Het eerste wordt een zaak van niet-verkozen organen, het tweede wordt overgelaten aan het mediacircuit en het internet. Als reactie daarop stelt u dat de politiek opnieuw een rol in de publieke sfeer moet worden gegund.
Tot eenzelfde conclusie komt u als u schrijft over België. Als u vooruitkijkt naar de verkiezingen van 2024. Ook bij ons ziet u die trend. U ziet hoe partijen vervellen tot marketingbureaus. Hoe gebrekkig partijen ingeworteld zijn in de civiele maatschappij. Terug naar de basis, dat lijk ik te lezen in uw boek. Een oproep tot klassiek politiek engagement.
In die oproep tot klassiek politiek engagement kan ik mij vinden. Maar er zijn nog andere dingen waarin ik mij kan vinden. Wat u schrijft over filantropie wil ik inkaderen en boven mijn bed hangen. Of op kantoor tegen een van mijn kasten. U schrijft over de vermarkting van het verenigingsleven. Over de afkalving van de staatsautoriteit die het vzw-model indirect in de hand werkt. Deze woorden heb ik meermaals herlezen. Niet omdat ik ze niet zou begrijpen. Wel omdat ik mij die eigen wil maken. Want dat is wat gebeurt. Dat is wat ik zie.
Een ander thema in uw boek doet mij stilstaan. Dat is het thema van de eenzaamheid. U zegt dat eenzaamheid mensen aansluiting doet zoeken bij seculiere sektes. Wat mensen klaarstoomt voor totalitaire overheersing in de niet-totalitaire wereld is volgens u het feit dat eenzaamheid een alledaagse ervaring is geworden. Ook die woorden herlees ik. Herkauw ik.
Uw boek heb ik uit. Tegelijk besef ik dat uw boek nooit uit kan zijn. Uw boek is een leesproces. Een proces waarin teruggegrepen wordt naar uw boek. Om fragmenten of volledige essays te herlezen. Om na het lezen vragen te hebben. Om op die vragen een antwoord trachten te vinden. Uw boek gaat door. Uw boek maalt door. Ik heb uw boek slechts gelezen. Uitgelezen heb ik uw boek nog niet. Want dat gaat door. Dat gaat maar door.
Beste Anton. Na het lezen van uw boek begrijp ik wat u bedoelt als u zegt dat de lat in Vlaanderen echt wel een stuk hoger zou mogen liggen. Waar u zelf die lat legt, heb ik mogen ervaren. Ik kan zeggen, die ligt hoog. Heel hoog. Uw boek was dus een uitdaging. Maar ik ben die aangegaan. Daarover ben ik blij. Want u hebt mij verrijkt. Met ideeën, die ergens in mij al sluimerden maar die u scherp(er) wist te verwoorden. U hebt mij verrijkt. Met nieuwe ideeën. In uw boek schuilt een grote rijkdom, die ik beetje bij beetje zal ontdekken. Daarvoor wil ik u danken. Van ganser harte.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties