Gij zijt het van Jozefien Mombaerts & Johan Heldenbergh, gezien in De Steenoven, Herzele. Brief aan Jozefien en Johan.

Gepubliceerd op 30 januari 2024 om 11:54

Beste Jozefien,
Beste Johan,

 

Op sommige vragen is het moeilijk een eenduidig antwoord te vinden.  Wat is kunst? Lange tijd bleef die vraag onbeantwoord tot Stijn Meuris met het antwoord kwam.  Volgens Stijn was kunst terug te brengen tot de blik in haar ogen.  Dat antwoord volstond.  Meer moest het niet zijn.  Deze vraag vond een antwoord.  Andere vragen blijven evenwel tot vandaag onbeantwoord.  Wat is liefde? De vraag werd al duizenden keren gesteld.  Nooit werd een eenduidig antwoord gegeven.  Terwijl velen de magie van de liefde mogen beleven, blijven de begunstigden van die liefde onmachtig in het formuleren van een heldere definitie.  In onze pogingen komen we niet verder dan wat onhandig gewauwel en sloganesk gezwets.  Liefde heet een werkwoord te zijn, hierover lijkt iedereen het eens te zijn.  Maar verder? Oorverdovende stilte.  

 

Die afwezigheid van een antwoord hebt u ook opgemerkt.  U besluit een bijdrage te leveren aan de zoektocht.  U bent tien jaar samen.  Tien jaar lang hebt u aan den lijve ondervonden wat liefde is.  Wat liefde doet.  Vanuit die praktijkervaring gaat u aan de slag.  Om niet zomaar doelloos het bos in te lopen, hebt u uw betoog opgebouwd rond vier grote thema's: veiligheid, eerlijkheid, vrijheid en intimiteit.  Vanuit elk van die thema's bekijkt u het begrip liefde.  Om alles scherp en duidelijk te stellen, staat u zichzelf toe persoonlijke verhalen te vertellen.  De observator wordt betrokken partij.  U staat niet aan de zijkant.  U staat middenin het spel.  U maakt uw handen vuil.

 

Het gaat snel in uw beschouwingen.  Ik moet bij de les blijven.  Als één van uw uitspraken mij uitdaagt hierover verder na te denken, moet ik na een tijdje vaststellen dat ik in de achtervolging moet.  Om terug te kunnen aanknopen met uw betoog.  Ik moet uitkijken.  Ik moet mijzelf dwingen niet al te vaak af te wijken.  Dat is moeilijk.  Want het onderwerp van de liefde maakt mij betrokken partij.  Naast mij zit mijn vrouw.  Naast mij zit mijn grote liefde.  Uw worsteling op het podium met het onderwerp ervaar ik evenzeer.  U gooit mij dingen voor de voeten, die ik op mij wens te betrekken.  Wat u beweert, toets ik af bij mijzelf.  Uw zoektocht wordt mijn zoektocht.

 

Terwijl wij steeds verder afdrijven van een eenduidig antwoord, wordt mij één ding duidelijk.  Heel duidelijk.  Liefde kan niet gevat worden in eenduidigheid.  Er bestaat niet slechts één definitie.  Dat is te beperkend.  Dat is wat we nooit mogen doen met liefde.  Wij mogen liefde, vanuit onze zoektocht naar begrip, nooit insluiten.  Nooit inkapselen.  Liefde is niet enkel een werkwoord.  Liefde is boven alles een verzameling.  Een verzameling van gevoelens.  Elk van die gevoelens kan door eenieder op een eigen manier ingevuld worden.  Waardoor de liefde op miljoenen manieren kan ingevuld worden.  Liefde is voor iedereen anders en daardoor voor iedereen uniek.

 

Een heldere omschrijving van wat liefde precies is, zal u mij niet aanreiken.  Dat besef dringt tot mij door.  Maar net op dat moment doet u iets onverwachts.  De gekantelde trampoline, die voordien dienst deed als projectiescherm, gaat u nu gebruiken als een ware trampoline.  U kruipt op die trampoline.  U gaat springen.  U gaat vallen en weer opstaan.  Plots begrijp ik het.  Wat woorden niet vermogen, kunnen beelden wel.  Op die trampoline verbeeldt u wat liefde werkelijk is.  Uw acrobatiek maakt het aanschouwelijk.  U springt en verblijft heel even in hogere sferen.  In de zevende hemel.  Om dan weer te landen.  Met beide voeten in de werkelijkheid.  U valt en wordt door de ander overeind getrokken.  U valt beiden en beiden klauteren stuntelig overeind.  De een gaat de hoogte in terwijl de ander naar beneden komt.  Maar heel soms gaat u beiden gelijk de hoogte in.  Ik kijk naar wat gebeurt en besef: dit is liefde.  Ik kijk naar mijn vrouw en knik haar toe.  Dit is het, zeg ik haar.  Zij knikt.  Zij lacht.

 

Ik ga naar buiten.  Na de voorstelling.  Ik ga naar buiten met de wetenschap dat liefde geen woorden behoeft.  Wij moeten liefde niet verwoorden.  Wij moeten liefde beleven.  In die beleving schuilt de persoonlijke vertaling van de liefde.  Ik ga naar de bar.  Bestel mij een biertje.  Terwijl ik drink, laat ik dat inzicht indalen.  Ik drink en besef, wij zijn goed bezig.  Wij zijn verdomd goed bezig.

 

Beste Jozefien.  Beste Johan.  Ik wil u danken voor deze fijne voorstelling.  U nodigde mij uit mee te gaan op uw zoektocht.  Die uitnodiging heb ik aanvaard.  Die uitnodiging werd een uitdaging.  Een uitdaging die ik aanging.  U hebt mij doen nadenken over de liefde, mijn favoriete thema.  Die liefde werd door u kritisch geanalyseerd.  Die liefde werd door u aan een diepgaande vivisectie onderworpen.  Om die liefde uiteindelijk hard te laten schitteren in zijn veelzijdigheid.  Voor die denkoefening wil ik u van ganser harte danken.  Dank dus.  Dank.  Dank.  Dank.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.