Een heer in het verkeer? Het kan. Brief aan die grote meerderheid.

Gepubliceerd op 25 september 2023 om 13:06

Beste,

 

Ik moest nog snel even een boodschap doen.  Ik sprong de fiets op.  Het was in de buurt.  Ik moest niet ver.  In die gevallen gebruik ik de fiets.  Een mens moet aan zijn gezondheid werken.  Daartoe wordt diezelfde mens langs allerlei kanalen aangemoedigd.  Ik ben een volgzaam mens.  Ik tracht te werken aan mijn gezondheid.  Ter wille van lijfs- en zelfbehoud.  Daarom dus, voor kleine verplaatsingen de fiets op.

 

Ik had snel gevonden wat ik zocht.  Ik kon terug.  Ik reed terug naar huis.  Een fietser moet uitkijken.  Zelfs op het fietspad.  Ik hou het overzicht.  Ik tracht alles juist in te schatten.  Mijn handen op de remmen.  Voor een noodstop als die noodzakelijk zou blijken.  Ik kijk ver vooruit.  Ik scan de omgeving.  Mijn arendsogen schieten van links naar rechts.  Van rechts naar links.  Jawel, veilig fietsen vraagt een inspanning.  Een continue inspanning.

 

Plots zag ik een heer het fietspad opstappen.  Hij stapte naar zijn wagen.  Klaar om het portier te openen.  Om dan zelf in te stappen.  Ik zag het gebeuren.  Hij had mij niet gezien, dacht ik.  Omdat hij mij niet gezien had, zou hij ook geen rekening houden met mij, dacht ik verder.  Die gedachten maanden mij aan snelheid te minderen.  Ik stopte met trappen, ging nog niet meteen in de remmen.  Maar dan gebeurde dat wonder.  Het licht ging schijnen.  De chauffeur controleerde of de kust veilig was.  Hij controleerde of hij het portier kon opentrekken.  Bij die controle zag hij mij komen aanrijden.  Hij zag mij en deed wat hij dacht te moeten doen.  Hij stapte achter de wagen.  Hij maakte het fietspad vrij.  Ik kon door.  Zonder te moeten uitwijken naar de rijbaan.

 

Ik kwam aangereden.  Wij keken elkaar aan.  Wij glimlachten naar elkaar.  Ik zei dankuwel.  Hij zei alstublieft.  Op dat moment beleefde ik een kleingeluksken.  Actrice Lien Van Royen schreef een boekje over de vele vormen van klein geluk.  Ik weet niet of mijn ervaring op dat moment er eentje van is.  Ik heb het boek nooit gelezen.  Wat ik wel weet, is dat ik zelf mijn ervaring klasseerde als kleingeluksken.  Als ik de chauffeur voorbij was, keek ik nog even achterom.  Ik weet het, achteromkijken op de fiets is niet echt aangewezen.  Toch deed ik het.  Omdat het moest.  Omdat het juist voelde.  Ik keek nog even achterom, nog steeds die glimlach op mijn gezicht.  Ik zag de chauffeur niet meer.  Hij was net ingestapt.  Dat was jammer.  Want ik wou terugkeren.  Ik wou die chauffeur de hand schudden.  Ik wou die chauffeur omarmen.

 

Ik kwam thuis.  Zette mijn fiets binnen.  Ik haastte mij naar mijn vrouw.  Want dit verhaal wou ik vertellen.  Dit verhaal wou ik delen.  Nog steeds met die glimlach op mijn gezicht vertelde ik wat zonet gebeurd was.  Mijn glimlach ging over in een glimlach op het aangezicht van mijn vrouw.  Wij stonden met twee te glimlachen.  Enkel en alleen maar omdat een chauffeur eventjes achter zijn wagen ging staan om mij, een fietser, vrije doorgang te geven.

 

Als u deze brief leest, zal u heel waarschijnlijk denken dat alles toch wel een tikkeltje overdreven is.  Dat zou best mogelijk kunnen zijn.  Toch schreef ik deze brief.  Omdat ik ging beseffen dat wij in onze visie op het verkeer en in onze houding in het verkeer al te vaak focussen op die enkelingen die menen aan geen verkeersregels gebonden te zijn.  Wij focussen op die enkelingen en vergeten die grote meerderheid die zich netjes gedraagt in het verkeer.  Bovendien is het die verkeerde focus die ons groepen weggebruikers doet wegzetten als verkeersterroristen.  Het is die verkeerde focus die groepen weggebruikers tegen elkaar opzet.  Het is die verkeerde focus die het debat bezwaart en bemoeilijkt.  Die ene chauffeur herinnerde mij weer aan die grote meerderheid.  Dat was goed.  Dat was nodig. 

 

Wie die chauffeur was, weet ik niet.  Wij kenden elkaar niet.  Wij hadden elkaar nooit eerder ontmoet.  Toch begrepen wij elkaar in dat korte moment.  Zonder woorden.  Toch hadden wij contact met elkaar in dat korte moment.  Zonder woorden.  Die chauffeur stelde één gebaar.  Eén klein gebaar.  Dat voor mij een wereld van verschil betekende.

 

Het zal niet gebeuren.  Die chauffeur zal mijn lofzang niet lezen.  Deze brief zal niet gelezen worden door hem.  Toch wou ik die brief schrijven.  Voor u.  Gewoon voor u.  Zomaar.  Ik wou die brief schrijven voor die grote meerderheid.  Die grote meerderheid die zich als een heer of dame in het verkeer doorheen datzelfde verkeer bewegen.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Jan Kursten
een jaar geleden

De kunst om gelukkig te leven ligt enerzijds in het vermogen te genieten van het positieve en het relatief beperkte belang van ongewenste zaken anderzijds.