Uitgelezen: Wat is echte democratie? Brief aan Jan-Werner Müller.

Gepubliceerd op 14 juni 2023 om 13:26

Beste Jan-Werner,

 

Democratie is het hoogste goed.  Winston Churchill durfde het enigszins anders te formuleren.  Volgens hem zou democratie de slechtste regeringsvorm zijn, met uitzondering van alle andere vormen die in de loop van de tijd ook uitgeprobeerd zijn.  Democratie zou wellicht niet de beste maar wel de minst slechte staatsvorm zijn.  Die uitspraak van Churchill dateert van 1947.  Intussen is er heel wat gebeurd.

 

Vandaag verkeert diezelfde democratie in crisis.  Althans, dat is wat wordt beweerd.  Om te weten of democratie echt in crisis is, dienen we te weten wat democratie precies is.  Pas als het begrip helder gedefinieerd is, kunnen we weten of democratie in crisis verkeert of we ons bezondigen aan crisisgeklets.  In uw nieuwste boek gaat u de uitdaging aan om hierover na te denken.

 

Om tot een heldere definitie te komen acht u het noodzakelijk een onderscheid te maken tussen namaakdemocratie en echte democratie.

 

Om duidelijk te maken wat een namaakdemocratie is, reikt u enkele voorbeelden aan.  In dat lijstje van voorbeelden wordt Polen (Kaczynski), Hongarije (Orban), India (Modi), Brazilië (Bolsonaro), Turkije (Erdogan) en Israël (Netanyahu) genoemd.  Zelfs de Verenigde Staten met Trump als president plaatste u in dat lijstje.  Deze vormen van namaakdemocratie rangschikt u onder autoritarisme, een autoritair-populistische bestuurskunst.  Deze vorm van bestuur is gebaseerd op nationalisme (vaak met racistische ondertoon), op het kapen van de staat ten bate van trouwe partijgangers en op de inzet van de nationale economie als wapen om politieke macht veilig te stellen.  In uw analyse valt het meteen op dat er geen analogieën worden getrokken met het fascisme.  Van een heropleving van het fascisme is volgens u geen sprake.  Er is immers geen massale mobilisatie en militarisering van hele samenlevingen.  Verder valt het op dat u in deze analyse een strikte definitie aanhoudt van het populisme.  Wat populisten volgens u doen, is zeggen dat zij en zij alleen de vertegenwoordigers zijn van wat ze vaak het echte volk of de zwijgende meerderheid noemen.  Populisme is dus heel wat anders dan kritiek op elites of stellingname tegen de gevestigde orde.

 

In uw analyse schetst u duidelijk de gevaren van een dergelijke namaakdemocratie.  U toont hoe media en justitie monddood worden gemaakt.  Dat gebeurt openlijk.  Niet heimelijk.  De machthebbers zeggen als rechtvaardiging voor deze gang van zaken dat democratie niet de tirannie kan zijn van de niet-verkozenen.  U geeft verder aan dat de oppositie wordt weggezet als instrumenten van externe machten.  Vaak worden ze bestempeld als buitenlandse agenten.

 

De kernstrategie van de populisten is polarisatie.  U schrijft hierbij dat het een vergissing is om de resultaten van een autoritair beleid terug te voeren op een of andere mystieke volkswil.  Dat het een vergissing is om te denken dat populisten de bevolking nauwer betrekken bij het beleid en bestuur van alledag.  De gewone mensen (volkswil) willen de democratie niet overboord zetten.  De keuzes, die aangereikt worden in scherp gepolariseerde en almaar meer gefragmenteerde samenlevingen, vormen volgens u het probleem.

 

Aan het eind van uw analyse van een namaakdemocratie bent u heel scherp.  U zegt dat het bepalen van grenzen aan wat het volk is, gevaren inhoudt.  Waar definitief zekerheid bestaat over het begrip ‘volk’ is het afgelopen met de democratie. 

 

De namaakdemocratie hebt u afgeserveerd.  In wat volgt zal u zich focussen op de echte democratie.  Die echte democratie is gebaseerd op drie vitale principes: vrijheid, gelijkheid én onzekerheid.  In uw analyse van echte democratie gaat u in op een hele reeks onderwerpen, die voorwerp zijn van debat in de zoektocht naar een update van democratie.  Zo staat u stil bij de opties van een representatieve democratie of een directe democratie.  Sommigen beweren immers dat vertegenwoordiging er vooral toe dient de bevolking op afstand te houden.  Volgens hen zou het zelfs ronduit neerkomen op onderdrukking.  U stelt evenwel dat vertegenwoordiging en verkiezingen democratisch noch antidemocratisch zijn.  Belangrijk is te zien wat er voorafgaand aan en vooral na de verkiezing van vertegenwoordigers gebeurt.  Belangrijk is te zien wat er gebeurt met verliezers van verkiezingen.  Sommige vormen van verliezen kunnen het democratisch bestel ondermijnen.  Maar andere vormen kunnen het bestel versterken.  Oppositie is nodig om de regering te bekritiseren maar niet om de legitimiteit van de regering te bekritiseren.  Een democratie heeft de behoefte aan een min of meer coherente groepering die om principiële redenen wel tegen de regering is maar niet tegen het politieke systeem.  In een echte representatieve democratie wordt de oppositie niet geknecht.

 

Bij het zoeken naar een update van democratie stelt u heel duidelijk dat niet zozeer de democratie in vraag dient gesteld te worden maar wel de zogenaamde kritische infrastructuur.  Die kritische infrastructuur zijn de partijen en de media.  Deze instellingen zijn onmisbaar om vertegenwoordiging en conflict sturing en zodanig gestalte te geven dat de democratie als geheel niet ten onder gaat.

 

In uw analyse van die kritische infrastructuur wijst u op een aantal pijnpunten.  U schrijft over de noodzaak aan pluralisme binnen de partijen.  U ziet hoe partijen losgezogen raken van de maatschappij. U schrijft over de opkomst van platformpartijen.  U maakt een analyse van de gevolgen van het internet op de democratie.  Eén van die gevolgen is het verdwijnen van plaatselijke kranten en het ontstaan van zogenaamde nieuwswoestijnen.  Partijen en media komen onder druk te staan terwijl zij net zorgen voor de essentiële infrastructuur van een democratie.

 

Om die kritische infrastructuur veilig te stellen, dienen wij na te denken over een andere organisatie van partijen en bronnen van informatie en opinie.  Die andere organisatie moet tegemoetkomen aan een aantal voorwaarden: breed toegankelijk, nauwkeurig, autonoom, kans op beoordeling en mogelijkheid tot verantwoording.  In het nadenken over die nieuwe organisatie, blijft u stilstaan bij de financiering van de partijen.  U oppert hierbij best wel enkele interessante ideeën waarbij het op peil houden van de kritische infrastructuur een taak zou kunnen worden die stevig in handen is van alle burgers. 

 

Loting als alternatief voor verkiezingen verwerpt u heel stellig maar tegelijk meent u wel dat loting een beperkte rol kan spelen in het debat over hervormingen van het democratisch proces zelf.  Loting kan bijdragen tot besluitvorming rond fundamentele ethische vraagstukken.  Wat willekeurig gekozen burgers beslissen, dient in de vorm van een referendum te worden voorgelegd aan het electoraat als geheel.

 

Na het lezen van uw boek durf ik te stellen dat de democratie als systeem niet in crisis verkeert.  Wat wel in crisis verkeert is de kritische infrastructuur: partijen en media.  Wij dienen dringend het debat te openen over een nieuwe inrichting van de partijen en de media.  In dat debat kan de burger niet aan de kant blijven.  Die burger moet aan de slag.  Wat de burger hierin kan betekenen, schetst u ook heel duidelijk.

 

Beste Werner.  U bent geen onheilsprofeet.  In tegendeel.  U koestert hoop.  Geen optimisme.  Bij optimisme gaat het om verwachtingen.  Bij hoop draait het eerder om het vinden van wegen voorwaarts, ongeacht hoe groot of hoe klein de kans is dat iemand die paden zal kiezen.  U hebt enkele van die paden aangestipt.  U hebt enkele van die paden uitgetekend.  Paden waarlangs we voorwaarts kunnen gaan.  Voor dat interessante routeplan wil ik u graag van harte bedanken.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.