Uitgelezen: Het tijdperk van de ik-tiran - Het einde van een gemeenschappelijke wereld. Brief aan Éric Sadin.

Gepubliceerd op 7 juni 2023 om 12:51

Beste Éric,

 

Soms komen boeken samen.  Zoals onlangs.  Ik las Dansen op een ziedende vulkaan van Dominique Willaert.  Kort daarop las ik uw boek.  Beide boeken trachten de huidige tijd te verklaren.  Beide boeken analyseren die huidige tijd.  De analyse is enigszins gelijklopen.  Enkel het uitgangspunt verschilt.  Ik zou een vergelijkende studie kunnen maken.  Dat laat ik evenwel achterwege.  In deze brief wil ik het hebben over uw boek.

 

De huidige tijden durft u samen te vatten als vreemde tijden.  Tijden waarin de (ongegronde) mening regeert en feiten van geen tel zijn.  Tijden waarin het complotdenken aan een ongekende opmars bezig is.  Tijden waarin het wantrouwen ten opzichte van autoriteiten in de brede zin van het woord groeit.  Tijden waarin populistische bewegingen hun doorbraak beleven.

 

Het neoliberalisme wordt failliet verklaard.  Omwille van de schadelijke neveneffecten.  U stelt dat deze analyse tekortschiet.  Om tot de kern door te dringen moeten we een stap terugzetten.  We moeten daarvoor kijken naar de totstandkoming van een nieuwe conditie van het hedendaagse individu.  En de verdere evolutie hiervan.  U ziet een kantelpunt in het gebrek aan vertrouwen in politici en een scheiding tussen individuen en het maatschappelijk lichaam.  Het sociaal contract verbrokkelt.

 

Er ontstond een stelselmatig primaat van het ik op de collectieve orde.  De verheerlijking van het individu.  Het enige doel was zich te onderscheiden van de massa.  U toont en benoemt voorbeelden van die evolutie.  Deze evolutie werd kracht bijgezet door de gelijktijdige opkomst van het internet en de mobiele telefonie.

 

Het eigen ik wordt het belangrijkste referentiepunt.  Het ‘ik’ vormt de eerste en vaak doorslaggevende bron van waarheid.  Het afbrokkelend vertrouwen in het sociaal contract en de vastbeslotenheid van het individu om de zaken niet langer over zijn kant te laten gaan beschouwt u als de gevolgen hiervan.  Volgens u vond er een scheiding plaats tussen de mensen en de lotsgemeenschap.  Mensen hergroeperen zich.  In kleinere groepen.  Dit bevorderde de toenemende identificatie met een specifieke groep of clan en schaadde de instemming met de heersende orde.

 

In uw boek schrijft u dat wij nu in de fase zijn beland van de emmer die overloopt.  U ziet een neergang van gedeelde oriëntatiepunten en de opkomst van het geweldsvraagstuk.  Een persoonlijk ressentiment dat zowel geïsoleerd als extreem is en niettemin door heel veel mensen wordt ervaren. Zo komen we in een toestand van permanente onregeerbaarheid.  Elk gemeenschappelijk fundament wordt afgebroken en een overvloed aan ongebonden individuen erkent alleen nog maar zichzelf als normatief referentiepunt en bron van gezag.  Zo ontstaat een apolitieke categorie die in de kern de politiek ontkent.  Dit leidt tot het totalitarisme van de tallozen.

 

Om dit alles te kunnen begrijpen, keert u terug.  Op zoek naar de kiemen.  Om dan tot het heden te komen.  Om die reis te ondernemen moet u terugkeren naar de grondslagen van het liberale individualisme dat zich tot doel stelde de vrije meningsuiting van individuen te verzoenen met het algemeen belang.  Maar het brak deze belofte keer op keer.  U toont de verschillende stappen naar onze huidige tijden.  U toont de evoluties.  De kantelmomenten.  U staat stil bij de impact van de digitale technologie op zowel onze individuele als collectieve psychologie.

 

U wenst duidelijk te maken dat onze individuele eigenheid alleen werkelijk kan gedijen bij de gratie van de gedeelde ruimte.  Want een samenleving is verbonden door een ongeschreven regel die we als onvervreemdbaar moeten beschouwen: het individu kan nooit de overhand nemen op de mensheid.

 

In die terugblik stelt u een evolutie vast waarbij de zorg voor het algemeen belang afbrokkelde en een steeds verdere individualisering opgang maakte.  Het ideaal van een gemeenschap van burgers, die door een aantal fundamentele waarden werden verenigd en die op basis van debat en overleg over hun gezamenlijke toekomst besloten, maakte plaats voor een wolk aan losse individuen.  There is no such thing as society, zei Margaret Tatcher.  De verzorgingsstaat had aan omvang en kracht ingeboet.  Iedereen werd steeds meer op zichzelf teruggeworpen.  Er is een samenleving van eigen verantwoordelijkheid ontstaan.  Op dat alles worden twee technologisch-economische ontwikkelingen geënt: internet en de mobiele telefonie.  De steeds sterker wordende sensatie dat het eigen ik in het middelpunt van alles stond was een van de verborgen effecten van deze ontwikkeling.

 

Een ander belangrijk aspect van deze ontwikkeling zijn de toenemende mogelijkheden die iedereen heeft om zich te laten horen en zich zonder moeite met het publieke debat te moeien.  Iedereen kan op verschillende nieuwe manieren blijk geven van zijn wantrouwen en onvrede.  Zo zou de samenleving wel eens onbestuurbaar kunnen worden, zegt u scherp.

 

Isolatie leidt tot depolitisering.  De ijdelheid wint het van het verantwoordelijkheidsgevoel.  Het morele principe dat ieder individu een bijdrage dient te leveren aan het gemeenschappelijke leven sneuvelt als eerste.

 

Wat u ziet gebeuren, noemt u de industrie van de uitingsdrang.  De onbalans groeit tussen aan de ene kant de energie die we investeren in de verwoording van onze standpunten en aan de andere kant de wil om de besproken aspecten in ons dagelijks leven daadwerkelijk aan te pakken.  Deze wanverhouding is inmiddels van dusdanige aard dat die het fundament van de politiek aantast.  De concrete bijdrage aan de publieke zaak wordt steeds ernstiger verwaarloosd.

 

Er ontstaat grote spanning tussen enerzijds een levensstijl waarbij we niemand anders nodig hebben en het feit dat we niettemin met andere leden van de maatschappij compromissen moeten sluiten en tot een vergelijk moeten komen.  De samenleving zal steeds verder uitgehold worden en afbrokkelen.
Een razendsnelle nomadisering van de wereld dreigt.  De ondergang van onze levenskrachtige, per definitie pluralistische, gemeenschappelijke wereld dreigt.

 

Mensen trekken zich meer terug binnen de kaders van de eigen identiteit en eigen groep met een toenemende concurrentiestrijd tussen de op basis van identiteit georganiseerde groepen.  Mensen voelen zich steeds minder betrokken en ervaren minder verplichtingen ten opzichte van de samenleving.  Aan alles wat structuur geeft aan het maatschappelijk leven wordt geen aandacht meer geschonken of het wordt gewoonweg resoluut geweigerd.  Het principe van autoriteit brokkelt af.

 

Het gesprek binnen een gemeenschap van mensen wordt onmogelijk gemaakt.  De vraag stelt zich dan wanneer de fanatici de overhand zullen nemen.

 

In deze evoluties stelt u een steeds resolutere afwijzing vast van het economische en politieke systeem dat overal ter wereld zo veel mensen hun waardigheid ontneemt.  Woede is een logisch gevolg.  Er wordt genoegdoening geëist.  Er ontstaat een aangescherpt en geglobaliseerd kritisch bewustzijn.  Het bestaat uit de wens dat er eindelijk een eerlijk maatschappelijk contract tot stand wordt gebracht en tegelijkertijd uit een diepgevoeld en niet meer te verhelpen argwaan ten opzichte van de autoriteiten.  De band tussen bestuurders en onderdanen is verbroken. W at er ook wordt beslist, alles leidt tot brandhaarden van grootschalig verzet.  De periode van de permanente onregeerbaarheid breekt aan. Deze uitbarstingen hebben niet hun oorsprong in ideologische beweegredenen maar vooral in de uit persoonlijk leed voortgekomen affecten.  De redenen die ten grondslag liggen aan deze afwijzing kunnen niet worden gecatalogiseerd om er vervolgens een synthese uit te distilleren die als richtlijn voor politiek optreden moet dienen.  Elke vorm van delegeren zwakt de eigen rechten af.  De inwilliging van de eigen eisen wordt de absolute standaard.  Een soort permanente oorlog van allen tegen allen die zich al dan niet in volle hevigheid voltrekt.  Mensen betonen zich na verloop van tijd vastberadener om zich aan geen enkele wet te onderwerpen behalve aan die van henzelf.  Dat noemt u het tijdperk van legitiem geweld.  Woede-uitbarstingen zijn het gevolg van het plotselinge besef overbodig te zijn.  Dat kan zich op elk moment manifesteren.  Tegen om het even wie. Het maakt de weg vrij voor compensatiedrift.  Shootings en jihadisme noemt u de meest doorgedreven vormen binnen dit tijdperk.

 

Ik zou uw boek een zwartgallig boek kunnen noemen.  Een pessimistisch boek.  Toch is het dat niet.  Want in uw voorstel tot oplossing laat u enig licht doorschemeren.  De hemel klaart op.  Zo schrijft u dat er dringend opnieuw moet worden nagedacht over de spanning die bestaat tussen de behoeften van individuen en die van het collectief.  
De uitkomst of uitweg: elkaar wederzijds de hand reiken en ons inspannen om vruchtbare onderlinge banden te smeden. U houdt een pleidooi voor de noodzaak aan getuigenissenbeleid.  Het zou de plaats moeten innemen van het ideologisch gemotiveerde denken.  We moeten komen tot een beleid waar de harde feiten van de werkelijkheid om vragen.  We moeten komen tot een politiek die geen maatregelen neemt die gebaseerd zijn op theoretisch uitgedokterde beleidsplannen maar die kiest voor echte oplossingen voor al die concrete problemen die de levens van mensen bepalen en de gemeenschappelijke fundamenten aantasten.  Hierbij pleit u voor de herstelling van de verzorgingsstaat en het verhelpen van de schade die de afgelopen halve eeuw door de economische dogma’s van het marktdenken is toegebracht.

 

U eindigt met een oproep.  Net zoals in het boek van Dominique Willaert.  We moeten ons buigen over het fundamentele vraagstuk van politiek en beschaving.  Het vraagstuk van de levensvatbaarheid, de kwaliteit en de rechtvaardigheid van de betrekkingen tussen het individu en de gemeenschap.  Iedereen moet zich die vraag stellen en moet hierin zijn verantwoordelijkheid nemen.

 

Beste Éric.  Ik wil u danken voor dit heerlijke boek.  Het boek stemt tot nadenken.  Het boek schept duidelijkheid.  Het boek brengt orde in de chaos.  Uw boek voedt de hoop.  Die hoop doet mij glimlachen.  Voor die glimlach en voor uw boek wil ik u van ganser harte danken.  Dank dus.  Dank, dank, dank.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.