Beste Stijn,
Mijn vrienden weten dat ik wel eens een boek durf te lezen. Bijgevolg denken diezelfde vrienden dat ik heel waarschijnlijk wel de juiste persoon ben om hen een boek aan te raden. Sommige vrienden denken dat. Andere vrienden vragen dat. Als vrienden iets vragen, is weigeren geen optie. Ik doe het dan ook. In het volle besef dat een mogelijke suggestie niet zonder risico is. Want wat ik goed vind, vindt iemand anders heel misschien niet goed. Met de zoektocht naar een geschikt boek waag ik mij dus in een mijnenveld. U mag mij gerust geloven, dat is geen plek waarin ik mij graag bevind. Telkenmale wacht ik dus de reactie af van een vriend of vriendin. Benieuwd of ik met mijn voeten één van de mijnen heb beroerd en daardoor tot ontploffing heb gebracht. Benieuwd of ik veilig doorheen het mijnenveld ben gestapt. Twee mogelijke reacties. De een maakt mij triest. De ander maakt mij blij.
Dat angstvallig afwachten is nu voorbij. Want zopas las ik uw boek. Voortaan moet ik niet meer twijfelen. Op vragen naar een boekentip weet ik nu het onmiddellijke antwoord. Uw boek wordt mijn antwoord. Ik hoef niet meer te wachten op een reactie. Ik hoef niet meer te weten wat zij van het boek zullen vinden. Want ik weet het al. Zij zullen uw boek goed vinden. Iedereen zal uw boek goed vinden. Daarover kan geen enkele twijfel bestaan. Blindelings en vol zelfvertrouwen stap ik het mijnenveld in. Om veilig en zonder kleerscheuren de overkant te bereiken. U hebt mij een vrijgeleide gegeven. Uw boek heeft mij de (uit)weg getoond. Daarover kan ik enkel blij zijn. Daarover kunnen mijn vrienden enkel blij zijn.
Waarom ben ik zo enthousiast over uw boek? Die vraag zal u zich misschien stellen. Hierop kan ik kort zijn. Heel kort. Omdat het zo goed is. Omdat het zo verdomd goed is. Bij dat laatste zou mijn moeder mij terechtwijzen. Ik hoor niet te vloeken. Zo heeft zij het mij geleerd. Ik zou haar antwoorden dat die vloek enkel bedoeld is om dat gewone ‘goed’ toch enigszins te versterken. Ik zou haar antwoorden dat ik het voorbijgestreefde ‘keigoed’ op die manier kan vermijden. Zij zou het begrijpen. Zij zou zeggen dat het voor die ene keer kan.
Acht personen. Een kabinetsmedewerker. Een arbeider. Een vastgoedmagnaat. Een zanger. Een schoondochter. Een veiligheidsagent. Een poolreiziger. Een zieneres. Acht personen. Slechts één dag. Eén welbepaalde dag. Veertien februari 1990. Op het eerste gezicht lijken die acht personen niks met elkaar te maken te hebben. Want hoe zou het kunnen dat acht personen op verschillende plekken in de wereld toch iets met elkaar gemeen hebben op één welbepaalde dag? Dat kan niet. Dat is onmogelijk. Met uw boek bewijst u net het tegendeel.
In uw boek krijgt elke persoon één hoofdstuk. Dan blijkt meteen dat alle verhalen toch lijken samen te komen. Altijd komt in elk verhaal een stukje uit het vorige verhaal terug. Tot die vaststelling kom ik al vrij snel. Dat doet mij door elk verhaal razen. Omdat ik wil weten hoe elk verhaal afloopt. Omdat ik wil weten wat de link met het vorige is. Ik had mij willen intomen. Ik had mij willen dwingen tot slow reading. Het lukt mij niet. Ik ben te nieuwsgierig. Ik wil weten. Ik wil ontdekken.
Dat snelle lezen stemt mij triest. Met elke gelezen pagina kom ik dichter bij het einde. Bij de laatste pagina. Met elke gelezen pagina groeit het besef dat ik uw boek ooit definitief zal moeten dichtklappen. Dat wil ik niet. Ik wil in uw wereldje blijven. Een verklaring hiervoor kan ik moeilijk geven. Het is een gevoel. Een gevoel van verwantschap. Met het boek. Met de personages. Met u. Dat gevoel wordt nog versterkt als u zichzelf ten tonele voert in uw eigen boek. U wordt een personage. In uw eigen boek. Dat kan vreemd lijken. Maar het klopt. Het werkt. Het maakt mij nog enthousiaster over uw boek. Dat enthousiasme doet mijn hart vollopen. Van warme sympathie. Sympathie voor u. Voor de personages. Voor uw boek. Ik kan nauwelijks begrijpen hoe het u gelukt is een dergelijk boek samen te stellen. Een dergelijk boek te schrijven. Geniaal vakmanschap, dat moet het antwoord zijn. Dat kan niet anders. U beheerst op een bijna perfecte wijze de wetmatigheden van uitmuntende literatuur. Bovendien weet u dat te koppelen aan een schitterend gevoel voor humor. Die humor voel ik. Die humor proef ik. In zinnen. In opmerkingen. In toespelingen. Ik lees. Ik geniet. Ik lees. Ik lach. Bij elke pagina. Onvoorstelbaar, zeg ik tegen mijn vrouw. Bovennatuurlijk, zeg ik tegen mijn vrouw. Wonderlijk, zeg ik tegen mijn vrouw. Dat doe ik telkens als ik een voortreffelijk boek lees. Om mijzelf te overtuigen dat ik niet droom. Dat ik niet fantaseer. Dat dat voortreffelijke boek ook werkelijkheid is.
Uw boek gaat over toevalligheden. Over ontmoetingen. Over wendingen in het leven. Waardoor dingen gebeuren of net niet gebeuren. Uw boek is een persoonlijke hertaling van de woorden van Carl Sagan. De woorden die hij neerschreef in Pale Blue Dot. De planeet, die wij aarde noemen, is slechts een stip. Een stip in het uitgestrekte heelal. Wij stellen niks voor. Of toch bijna niks. Waarom dan elkaar steeds maar weer tegenwerken? Zou het niet beter zijn dat wij samenwerken? Het lijken wollige woorden. Maar u slaagt erin om die wollige woorden te vertalen in een schitterend boek. Ik heb genoten. Dat schreef ik reeds. Maar wat de waarheid is, mag herhaald worden. Mag oneindig herhaald worden.
Beste Stijn. Uw debuutroman heb ik zonet gelezen. Daarover heb ik in voorgaande het nodige geschreven. Slechts één ding wil ik u nog meegeven. Ik kijk nu al uit naar uw tweede boek. Omdat ik opnieuw uw wereld wil binnentreden. Uw wonderlijke wereld. Eén boek lang. Daar kijk ik nu al naar uit. Intussen kijk ik nog heel regelmatig naar uw debuutroman. Deze staat op een prominente plaats in mijn boekenkast. Telkens ik kijk, ervaar ik opnieuw die intense warmte. Ik kan bijna huilen. Maar dat doe ik niet. Wat ik wel doe, is uw boek aanbevelen. Aan mijn vrienden. Aan iedereen. Want uw boek moet gelezen worden. Rest mij nog één ding. Dat is u te bedanken. Van ganser harte. Voor die intense leeservaring.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties