Uitgelezen: Werelden uit elkaar. Brief aan Julia Franck.

Gepubliceerd op 22 februari 2023 om 13:23

Beste Julia,

 

‘Twee maal drie is vier, wiede wiede wie en twee is negen, richt de wereld in wiede wiede naar mijn eigen zin, hai Pipi Langkous, chalahee, chalahee, chala hopsasa, hai Pipi Langkous die doet haar eigen zin’.  Dat liedje kwam vaak bij mij op toen ik uw boek las.  U moet het mij vergeven.  Maar uw werelden lagen niet ver uit elkaar.  Toch niet op het eerste gezicht.  Burgerlijke conventies zijn bij Pipi en bij u van geen tel.  Wat ik lees, lijkt het verhaal van vrijbuiters te zijn.  Van vrijgevochtenen.  Van bohemiens.  Maar alweer, dat is op het eerste gezicht.

 

Schone kleren hebt u nauwelijks of niet.  Shampoo en tandenborstels blijken een overbodige luxe.  Tijdig opstaan in de ochtend voelt niet aan als een noodzakelijkheid.  Zelfs niet als u op school dient te zijn.  Een moederfiguur kent u nauwelijks.  Uw moeder kan plots verdwijnen om u dan aan uw lot over te laten.  Van vader is al helemaal geen sprake.  Die zal u pas vele jaren later leren kennen.  Op zijn sterfbed.  U ziet, als ik alles op een rijtje zet, kan hier gerust gesproken worden van verwaarlozing.  Uw moeder kan u hierop niet aanspreken.  Zij wijst alle schuld af.  Kinderen kiezen hun ouders, zegt uw moeder.  U was verantwoordelijk.  Niet zij.  U moet zelf een manier vinden om op eigen benen te staan.  Op moederlijke hulp en steun hoeft u hierbij niet te rekenen.

 

Al vroeg hebt u er schoon genoeg van.  Zo kan het niet verder.  Als dertienjarige besluit u naar Oost-Berlijn te verhuizen.  Terug naar Oost-Berlijn.  Want u kwam van daar.  U bent geboren in Oost-Berlijn.  In het vroegere DDR.  Die verhuis is het begin van een zoektocht.  Een zoektocht naar rust.  Een zoektocht naar het normale.  Die zoektocht blijkt een lange weg te zijn.  Van een pleeggezin naar een leefgemeenschap.  Dan alleen gaan wonen.  In de hoop eindelijk een eigen plek te vinden.

 

 

Die eigen plek is geen evidentie.  Een eigen plek waar u verbinding vindt of kan vinden met gelijkgezinden.  Want dat hebt u mogen ervaren.  U lijkt uit een andere wereld te komen.  De werelden van degenen die omringen liggen ver uit elkaar.  U en uw schoolvriendjes.  U en de leden van de leefgemeenschap.  U met de studenten.  U met uw geliefde.  Met die geliefde, Stephan, lijkt het te lukken.  Met hem lijkt u de afstand tussen twee werelden te kunnen overbruggen.  Heel geleidelijk.  Heel zachtjes.  Enkel tegen hem durft u het aan alles te vertellen.  Met mondjesmaat.  In stukjes.  Een ware liefde lijkt open te bloeien.  Een oprechte liefde lijkt te beginnen.

 

Het mag evenwel niet zijn.  Mooie dingen lijken niet aan u voorbehouden te zijn.  De nauwelijks begonnen relatie komt abrupt tot een einde.  Een fiets.  Een vrachtwagen.  Stephan komt op weg naar een afspraak met u om het leven.  De kleuren, die door de liefde stilaan zichtbaar werden en feller gingen schitteren, vallen weg.  Alles wordt donker.  U rouwt.  Wat rouwen precies betekent, geeft u heel precies weer.  Alles is plots zonder, schrijft u.  Alles is plots zonder Stephan.  Er was geen troost.  Uw innerlijke tijd stond stil.  U moest enkel het bestaan verdragen.

 

Het overlijden van Stephan doet u uw zoektocht hervatten.  U stapt het vliegtuig op.  Naar San Francisco.  Om uiteindelijk te eindigen in Mexico.

 

De lezer zou kunnen vermoeden dat de relatie met uw moeder gestoord is.  Diezelfde lezer zou kunnen vermoeden dat u uw moeder veroordeelt.  Diezelfde lezer zou kunnen denken dat uw boek een afrekening is met uw moeder.  Die bedenkingen had ik ook.  Toch is dat niet wat gebeurt.  In uw verhaal lees ik geen rancune.  Eerder lees ik begrip.  Want, zo schrijft u, een mens kan niet echt kiezen om van een kind te houden dat hij op de wereld heeft gezet.  Bovendien pleit u verzachtende omstandigheden.  Omstandigheden die alles een beetje meer moeten duiden.  Uw moeder was grootgebracht door haar eigen getraumatiseerde moeder.  De verhalen van uw moeder over haar kinderjaren overtroffen wat drama en catastrofes betreft elk sprookje van Grimm.  Begrip is er dus wel.  Maar dat betekent niet dat jullie elkaars deur platlopen.  Dat gebeurt niet.  Begrijpelijk, denk ik dan.

 

Een mens zou kunnen denken dat uw verhaal niet echt uitnodigt verder te lezen.  Het is te heftig.  Het is te pijnlijk.  Dan zou het kunnen gebeuren dat wij het boek aan de kant leggen.  Uit zelfbescherming.  De wereld is vandaag al niet echt een vrolijke plek.  Dan hebben wij geen nood aan een boek dat die vrolijkheid verder aantast.  Toch leg ik het boek niet aan de kant.  Integendeel.  Ik wil graag en vaak terugkeren naar het boek.  Daar hebt u alle verdienste aan.  Uw begrijpende toon werkt als een balsem op de wonde.  Die balsem lijkt onze woede over wat gebeurt te temperen.  Ons onbegrip gaat heel geleidelijk overhellen naar begrip.  In dat proces begeleidt u ons.  Het is die wil om te begrijpen dat ons verder doet lezen.  Het is uw mildheid die ons verder doet lezen.

 

Niet enkel krijgen wij uw verhaal.  Net zozeer krijgen wij het verhaal van Oost-Duitsland.  Van het leven in Oost-Duitsland.  Een verhaal van spioneren.  Van verklikken.  Een verhaal van onderduiken.  Van vluchten.  Een verhaal van gebroken dromen.  Van streng ingeperkte vrijheid.  Een verhaal waarin een vermeende vriend toch een vijand kan zijn en een vermeende vijand toch een vriend kan zijn.  Misschien kan een leven in een dergelijke maatschappij ook wel zijn gevolgen hebben als men plots de totale vrijheid mag ervaren.  Als men plots in West-Duitsland staat en alle demonen kan afschudden.  Zou dit ook als verzachtende omstandigheid kunnen gelden?

 

Beste Julia.  Lange tijd dacht u het stilzwijgen te moeten bewaren over het ondraaglijke.  Over het ontzegbare.  Over dat wat er niet kan zijn omdat het er niet mag zijn.  U dacht lange tijd dat het niet zichtbaar mocht worden.  Dat het niet bekend mocht worden.  Ik ben blij dat u van gedachte bent veranderd.  Dat u besloot uw levensverhaal toch te vertellen.  Want wat u schrijft, is niet enkel een tijdsdocument.  Wat u schrijft is tevens een oproep altijd te blijven zoeken.  Nooit op te geven.  Wat u schrijft is een oproep eerder te zoeken naar begrip dan naar veroordeling.  Die zoektocht naar begrip is moeilijker.  Die zoektocht naar begrip is meer bevrijdend.  Zo heb ik het begrepen.  Dat neem ik mee.  Om die levenswijsheid wil ik u danken.  Van ganser harte.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.