Beste Wim,
In de Bende van Wim, een reisprogramma op Canvas, hoorde ik u ooit uw liefde verklaren aan de vulpen. Aan het ambacht van het briefschrijven. Een brief kon enkel geschreven worden met een vulpen. Dat behoorde volgens u tot de etiquette van het briefschrijven. Een ambacht stelt zo zijn eisen. Die eisen moeten ingewilligd worden. Toch als men het ambacht ernstig neemt. Uw ooit uitgesproken woorden doen mij nu beseffen dat ik zondig. Zwaar zondig. Ik meen evenwel absolutie te kunnen afsmeken. Ik heb verschoningsgronden. Ik heb geen vulpen. Ik heb geen briefpapier. Ik heb niet de tijd om mij naar een pennenwinkel te haasten en daar het nodige aan te kopen. U kan in dat laatste een uitvlucht zoeken. Toch is het zo. Want ik las uw boek. Uw eerste boek. Daarover wil ik u een brief schrijven. Dat kan niet wachten. Alle opgedane indrukken wil ik delen met u. Dat moet nu. Dat moet onmiddellijk. Uitstel zou mijn indrukken milderen. Uitstel zou mijn enthousiasme milderen. Dat zou jammer zijn. Daarom dus niet naar de winkel. Daarom dus deze digitale brief. Helaas. Maar hopelijk bent u bereid mijn zonden kwijt te schelden.
Ik las uw boek. Over Willem De Wachter. Een acteur. Hij staat op het podium. Voor de première van een stuk. Dan gebeurt dat ene. Dat ene waarvoor elke acteur of actrice een stille angst koestert. Een black-out. De woorden stoppen. Er komt niks meer. Enkel stilte. Het zwijgen is totaal.
Ik ga al eens naar theater. Dan komt soms die ene vraag bij mij op. Ik stel mij soms de vraag wat er zou gebeuren als de acteur of actrice zijn tekst kwijt is. Niet slechts heel even struikelen. Niet slechts heel even zwijgen, opnieuw beginnen en dan doorgaan. Neen. Ik stel mij de vraag wat er zou gebeuren als iemand zijn tekst echt kwijt is. Als iemand blijft hangen in dat ene moment van stilstand. Zoals gebeurt met Willem De Wachter. Zoals ook met u ooit gebeurde.
Dat ene moment van stilstand beschrijft u. U laat het Willem De Wachter beleven. Samen met ons. Uiteraard is de eerste reflex van de acteur zich te herpakken. Op zoek te gaan naar wat voorafging en dan de draad weer opnemen. Maar dat plan werkt niet. Omdat de woorden weigeren te komen. Zich op andere acteurs beroepen lukt ook niet. Die staan achteraan op het podium. Onbereikbaar. Hij is aangewezen op zichzelf. Hij zal zichzelf moeten redden. Hij moet zelf op zoek naar de uitweg. De uitweg die hem opnieuw in het stuk zal brengen.
Terwijl hij die uitweg zoekt, denkt hij andere dingen. Het kan gek klinken. Tegenover een volle zaal denkt Willem andere dingen terwijl hij zichzelf verliest in een black-out. Hij denkt aan wielrennen. Aan het leven als één langgerekte val. Aan de charme van het binnenkijken in verlichte huiskamers. Hij denkt aan de relatie acteur-recensent. Aan schrijfgerei. Aan tekenen. Hij denkt aan cultuur als fundament van onze beschaving. Aan het afruimen van een tafel. Aan de eindsong. Hij denkt aan verbeelding en werkelijkheid. Aan volkstuintjes. Aan woorden. Hij denkt aan Dylan Thomas. Aan walvissen. Aan Bob Dylan. Tussen al die dingen is er evenwel die ene constante. Die ene vraag. Waar is mijn uitweg?
Het is een geschenk dat u ons die sleutel geeft. Die sleutel die toegang geeft tot het hoofd van Willem De Wachter. In dat hoofd zien wij vele radertjes draaien. Op zoek naar een oplossing. Tegelijk zien wij dat op weg naar die oplossing vele zijwegen worden ingeslagen. Vele afritten worden genomen. Alsof de rechte weg toch niet meteen de kortste weg is. Het voelt alsof die vele zijwegen een zekere rust brengen. Een rust die noodzakelijk is om een oplossing te vinden. Want niks is zo funest als paniek. Want paniek versterkt. Die versterkende factor hebben wij niet nodig. Een crisissituatie vraagt rust.
Toch doet u meer dan ons enkel in het hoofd van Willem De Wachter te laten kijken. Dat op zich zou al boeiend genoeg geweest zijn. Want elk van de gedachten, die Willem denkt, werkt u uit. Sommige beknopt. Andere heel uitgebreid. In al die gedachten kunnen wij ook uw liefde lezen. Uw liefde voor het theater. Als plek. Uw liefde voor het theater. Als vak. Die liefde sijpelt doorheen die gedachten. Die liefde doet u ook nadenken. Over de rol van theater. Over de plaats van theater in de maatschappij. Terwijl het verhaal doorspoelt staat u zichzelf toe heel even een zijsprongetje te nemen en te reflecteren over die liefde. Want die liefde is intens. Is oprecht. Is hartverwarmend. U beseft dat theater een teamsport is. Te vergelijken met wielrennen. Met boksen. Met voetballen. Niet enkel de hoofdrol is van belang. Net zo belangrijk zijn de bijrollen. Zijn de medewerkers achter en voor het podium. Ook dat benoemt u. Omdat zij deel zijn van uw liefde.
Terwijl ik uw boek lees moet ik denken hoe theater en leven bijna perfect samenvallen. Of anders gezegd, hoe een black-out en het leven bijna perfect samenvallen. Een black-out die vraagt opnieuw te beginnen. Zoals het leven. Het leven dat raast, tiert en stilvalt. En dan opnieuw begint. Altijd maar weer. Soms gaat de nieuwe start snel. Soms kan het eventjes duren. Maar bijna altijd vinden wij een uitweg. Net zoals bij een black-out.
Ik schreef eerder over alle gedachten. De gedachten die Willem De Wachter denkt. Dan zou de lezer kunnen denken dat die black-out een behoorlijke tijd moet duren. Dat is het niet. Slechts één minuut. Iets meer. Iets minder. Maar dan nog altijd één minuut. In die ene minuut reflecteert Willem De Wachter over zijn bestaan. Zijn bestaan als acteur. Hij gaat twijfelen. Aan zijn carrière. Misschien is dit wel het eindpunt. Misschien moet hij gewoonweg van het podium stappen en nooit meer terugkeren. Die ene gedachte is de meest beangstigende. Omdat die gedachte Willem dwingt zichzelf in vraag te stellen.
Beste Wim. Ik wil u danken voor dit boek. Op het podium schonk u mij al vele mooie momenten. Nu schonk u mij ook een mooi moment in mijn zetel. Mijn favoriete leeszetel. Ik heb niet enkel genoten. Ik heb mogen vaststellen dat ik met u de liefde voor het theater deel. Een liefde die u met dit boek nog hebt versterkt. Aan allen zal ik voortaan zeggen dat u niet enkel een schitterend acteur bent maar dat u bovendien ook nog eens schitterende boeken schrijft. Want dat is wat moet gebeuren. Goede dingen moeten gezegd worden. Of geschreven worden. Zelfs al is het via een digitale brief.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties