Beste Louise,
In de voorbije coronatijden hebben wij gezien dat wetenschap en politiek in erge mate met elkaar in botsing kunnen komen. Wetenschappelijke inzichten kunnen lijnrecht komen te staan op politieke keuzes. Wij zouden kunnen denken dat deze botsingen een teken van de tijd zijn. Dat deze botsingen zich enkel in recente tijden manifesteren. Dat is niet zo. Met uw nieuwste boek levert u hiervan het bewijs. U toont op heel aangrijpende wijze aan wat kan gebeuren als een wetenschapper al te fel in botsing komt met regeringsleiders. Daarvoor neemt u ons mee naar Rusland. In het begin van de twintigste eeuw.
U laat ons kennismaken met Nikolaj Vavilov. Een plantkundige. Een plantenveredelaar. Een geneticus. In zijn jeugdjaren zag hij hoe zijn land werd geteisterd door hongersnood. Die hongersnood was geen uitzondering. Meerdere keren raasde de honger door het land. Hij heeft de armoede gezien. Hij heeft de honger gezien. Hij heeft de crisis gezien. Hij heeft de wanhoop gezien. Die confrontaties vormde de man. Dat jonge kereltje werd een man met een missie. Hij werd wetenschapper en besloot al zijn kennis in te zetten om zijn land te voeden. Dat werd zijn doel. Zijn doel waarvan hij nooit zou afwijken.
Om dat doel te realiseren reisde hij de wereld rond. Hij reisde doorheen vijfenzestig landen. Hij reisde naar Afghanistan. Naar Somalië. Naar Italië. Naar China. Naar Japan. Naar Brazilië. Naar Mexico. Naar de Verenigde Staten. Al die reizen ondernam hij omdat hij de grootste collectie zaden ter wereld wenste op te bouwen. Omdat hij wist dat de sleutel tot verbetering van de landbouw (een noodzakelijke voorwaarde in het voorkomen van toekomstige hongersnoden) ligt in zijn baanbrekende idee van kruisingen met wilde exemplaren.
Aanvankelijk loopt alles vlot. Maar met de Russische revolutie in 1917 verandert alles. Al snel moet hij vaststellen dat wetenschap zich niet voltrekt in een vacuüm. Wetenschap staat niet buiten de politiek. Zijn visie op wetenschap is dat wetenschap nooit af is. Dat een vraag altijd moet leiden naar een volgende vraag. Dat is wat hij wilt. Hij wil vragen stellen. Zonder reserves of vastgelegde oordelen. Hij wilt discussiëren. Elkaars standpunten uitdagen. Heroverwegen. Tot nieuwe inzichten komen. Helaas, de machthebbers hebben hierop een andere visie. Heel geleidelijk wordt wetenschap vermengd met ideologie. Wij zien hoe marxisme de enige wetenschappelijke leidraad wordt.
Wij zien het gebeuren. Wij zien hoe alles evolueert naar dat gevaarlijke eindpunt. Nikolaj Vavilov merkt die evolutie niet. Hij is ziende blind. Hij zit vast in zijn wetenschappelijke bubbel. Hij gaat volledig op in zijn werk. Hij merkt te laat op dat conservatieve geesten het debat overheersen. Die geesten, die gehoor vinden bij de machthebbers, worden niet graag uitgedaagd. Bovendien slaat Vavilov de raad van zijn broer in de wind. Zijn broer zegt dat hij de taal van de propaganda moet spreken. Hij moet in zijn communicatie bescheidener zijn en zich richten tot het Sovjetvolk. Hij moet de wetenschap aan het volk uitleggen. Als hij daarin niet slaagt, verliest de wetenschap zijn waarde. Maar zijn tijd is te beperkt. Zijn ambitie is te groot. Zijn missie, die hij vrijwillig op zich heeft genomen, krijgt absolute voorrang. Daarvoor moet alles wijken. Zelfs goede raad.
Vele dingen ontgaan hem dan ook. Het ontgaat hem dat hoogleraren en academici die niet meewerken worden bestempeld als vijanden van het volk en worden lastiggevallen en gearresteerd voor triviale zaken. Het ontgaat hem dat ondanks alle successen en nationale prijzen politieke informanten een dossier over hem beginnen aan te leggen. Het ontgaat hem dat zijn onderzoek door beleidsmensen elitair en erudiet wordt genoemd in plaats van praktisch en relevant. Terwijl al die dingen hem ontgaan, blijft hij vasthouden aan zijn systematische aanpak. Omdat hij beseft dat beloften doen zonder wetenschappelijke basis gelijkstaat met spelen met vuur. Nochtans is het dat wat de leiders van de partij vragen. Zij wensen onmiddellijke resultaten. Feiten zijn van geen tel meer. De politiek vraagt een verhoging van de opbrengst, de wetenschap moet leveren. Zo eenvoudig is het. Helaas, in die visie op de wetenschap kan Vavilov niet ingepast worden.
Het einde laat zich dan ook raden. Het onvermijdelijke gebeurt. Omdat hij zich niet wil aanpassen aan die nieuwe visie wordt hij opgepakt. Hij wordt ondervraagd. Hij wordt uitgehongerd. Hij wordt gemarteld. Uiteindelijk bekent hij. Hij wordt veroordeeld voor sabotage van de Sovjetlandbouw en spionage voor de Britten. Twee jaar na zijn veroordeling sterft hij in gevangenschap.
U schrijft niet enkel over die tweestrijd. U doet meer. U analyseert de man. U vertelt over zijn jeugd. Over zijn studies. U vertelt over zijn carrière. Over zijn huwelijksleven. U vertelt over zijn vrienden. Over zijn collega’s. U vertelt over Darwin. Over Mendel. U vertelt over zijn expedities. Over zijn avonturen. U vertelt over zijn passie. Over zijn obsessie. U vertelt over zijn twijfels. Over zijn angsten. Met uw boek bouwt u Nikolaj Vavilov opnieuw op. U doet hem verrijzen. U brengt hem opnieuw tot leven. U doet dat op zo een overtuigende wijze dat ik voor die man enkel liefde kan voelen. Dat ik voor die man enkel sympathie kan koesteren. Die warmte en sympathie doen mij hem toeschreeuwen. Dat hij eindelijk zijn ogen moet openen. Dat hij moet vluchten. Dat hij moet kiezen voor zijn vrouw en kinderen. Helaas, hij hoort mij niet. Dat is het lot van een lezer. Een lezer kan interveniëren wat hij wilt, het verhaal blijft ongewijzigd.
Bij aanvang van uw boek stond ik wat huiverachtig tegenover het verhaal. Het zou te moeilijk zijn. Het zou te wetenschappelijk zijn. Het zou te saai zijn. U ging al die mogelijke gevaren op meesterlijke wijze uit de weg. Al na enkele pagina’s diende ik vast te stellen dat uw boek meeslepend was. Dat uw boek verslavend was. U bracht mij terug naar het Rusland aan het begin van de twintigste eeuw. U introduceerde mij bij het instituut van Vavilov. Ik werd een wetenschappelijk medewerker van Vavilov. Ik werd een persoonlijke vriend van Vavilov. Ik ontdekte een boeiende persoonlijkheid. Ik ontdekte een buitengewoon interessant wetenschapper. Ik maakte een heerlijke reis. In de tijd. Over de wereld. U gaf mij een schitterend verhaal dat ik in grote dankbaarheid aanvaardde.
Beste Louise. Ik wil u danken voor dit boek. Dit boek dat mij één ding duidelijk maakte. U maakte duidelijk dat de vrije uitwisseling van ideeën in de internationale gemeenschap van wetenschappers belangrijk is. Dat alleen toetsing door vakgenoten telt, hoezeer de politiek ook andere ambities heeft. Dat wetenschap moet buigen waar ideologie regeert. Het is goed om in deze tijden te herinneren aan die belangrijke boodschap. Voor dat helder inzicht, gebracht in een fantastisch verhaal, wil ik u danken. Van ganser harte.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties