Beste Pieter,
Ik ben geboren in Gent. Ik woon in Gent. Bijgevolg mag ik mij een Gentenaar noemen. Als Gentenaar passeer ik heel regelmatig door de Gentse studentenbuurt. Met de fiets. Dat vind ik heerlijk. Heel regelmatig moet ik lachen met de gekke, studentikoze dingen die om mij heen gebeuren. Helaas, heel soms moet ik met de ogen draaien. Dat gebeurt als ik op straat langs een studentendoop kom, die aan de gang is. Mijn reactie omschrijven als walging zou een te sterk statement zijn. Afkeuring zou een juistere omschrijving zijn. Vernedering, waaraan onder groepsdruk wordt toegegeven en waarmee onder diezelfde groepsdruk wordt ingestemd, kan ik onmogelijk goedkeuren.
Nu zou u kunnen denken dat ik uw boek ging lezen om hierin mijn (grote) gelijk te vinden. Dat is het niet. Mijn reden voor het lezen van uw boek is dezelfde als uw reden voor het schrijven van dit boek. U gaat op zoek naar de waarheid en tracht te begrijpen waarom er is gebeurd wat er is gebeurd. Die waarheid wil ook ik kennen. Die mogelijkheid tot begrijpen wil ook ik ontdekken.
Om dat alles te bereiken focust u niet enkel op de feiten van die bewuste nacht. U vult uw opdracht ruimer in. U schrijft over Sanda Dia. Over een zoon. Over een broer. Over een vriend. Om te kunnen begrijpen acht u het noodzakelijk dat de lezer het leven van Sanda Dia kent. Want heel misschien kan in dat leven de beweegredenen gevonden worden waarom hij per se lid wou worden van de studentenclub met de ruigste en vuilste reputatie. Wij maken dus kennis met de vader van Sanda Dia. Met de moeder. Met de broer en schoonzus. Met de vrienden. U laat hen aan het woord. Met hun verhalen wordt een leven gereconstrueerd. Het leven van één persoon. Het leven van één bijzonder persoon.
Net zozeer acht u het noodzakelijk te schrijven over de geschiedenis van studentenclubs in het algemeen en over die van Reuzegom in het bijzonder. U schrijft over de hiërarchie binnen een studentenclub. Over preses, schachtentemmer, penningmeester en commilito’s. U schrijft over een Reuzegom waarbij zuipen en inboedels in elkaar slaan tot het hoogste goed lijken te horen. Over veelvuldige incidenten en eerder uit de hand gelopen studentendopen met en bij Reuzegom. U schrijft over de pertinente weigering bij Reuzegom het doopcharter te ondertekenen. Over het belang dat zij hechten aan hun onafhankelijkheid.
Maar uiteraard schrijft u bovenal over die ene bewuste nacht. Die ene nacht waarop alles misliep. U schetst het verloop bijna minuut per minuut. Waarbij u oog hebt voor het detail. Waarbij u waakt over de volledigheid. Niks wordt weggelaten. Alles wordt verteld. Alles wordt benoemd. Terwijl een oud-preses het doel van een doop omschrijft als het creëren van een band en het samen zingen van liedjes, toont u werkelijk wat een doop bij Reuzegom betekent. Eten van papjes viezigheid. Urineren op schachten. Visolie drinken, tot vierenhalve liter. Inslikken van goudvis en levend uitbraken. Condooms met urine uitzuigen. Eten van vetbollen voor vogels. Drinken van vervallen melk gemengd met vissaus.
U schrijft over die eerste nacht, voorafgaand aan de nacht in de ‘put’. U schrijft hoe dan al ad fundums worden gedronken. Hoe vuiligheid wordt gegeten. Hoe een fles gin moet geledigd worden. Hoe het de bedoeling is de schachten stomdronken te voeren. U schrijft hoe de medeschachten bij het begin van de tweede dag vaststellen dat Sanda echt niet goed is.
Ik lees uw verslag van de feiten en tracht tot begrip te komen. Ik tracht te begrijpen waarom er gebeurd is wat er is gebeurd. Helaas, het lukt mij niet.
Ik kan niet begrijpen hoe de vele alarmsignalen worden genegeerd. Sanda kan niet meer overeind staan. Valt constant om. Heeft zware coördinatiestoornissen. Toch wordt hij opnieuw in de put gesleurd. Ik kan niet begrijpen dat die alarmsignalen worden geïnterpreteerd als slechts een dipje. Als een appelflauwte. Ik kan niet begrijpen dat verdere knipperlichten worden weg gerelativeerd. Sanda antwoordt op niks meer. Reageert op niks meer. Er wordt gewoon verder gedaan. Met dezelfde frivoliteit.
Ik kan niet begrijpen dat niemand van de medeschachten noch van de Reuzegommers reageert. Ik kan niet begrijpen dat Sanda wel naar het kampvuur wordt gebracht en alles wordt gedaan om hem op te warmen maar dat niemand op het idee komt hem eindelijk naar het ziekenhuis te brengen. Ik kan niet begrijpen waarom niemand op dat moment de beslissing neemt de doop stop te zetten. Ik kan niet begrijpen waarom iemand achteraf zegt dat wat gebeurde bij de doop onmenselijk was maar op het moment zelf niet beslist in te grijpen.
Het doopritueel is weerzinwekkend. Maar nog weerzinwekkender is wat achteraf gebeurt. Na de doop. Van enig verantwoordelijkheidsbesef is geen sprake. Integendeel. Alles wordt in het werk gesteld om bewijsmateriaal te doen verdwijnen. Er wordt opdracht gegeven om zich uit de Whatsapp groep te verwijderen. Om de groep te ontbinden en potentieel belastend materiaal te wissen. Alles aan het scoutslokaal wordt opgeruimd en de put wordt gedempt. Het kot, waar Sanda Dia na de eerste nacht sliep, wordt volledig opgekuist. Alles wordt gedaan zodat het onmogelijk wordt de namen te achterhalen. Individuele Facebook-profielen worden gedeactiveerd. Zelfs de website van Reuzegom wordt offline gehaald.
De eigen rol wordt geminimaliseerd. Er wordt gelogen. Er wordt verdraaid. Er wordt ontkend. Er wordt naar anderen gewezen. Pijnlijk hierbij is dat de Reuzegommers de schuld wensen af te schuiven op de spoedartsen. Nochtans hebben zij alles in het werk gesteld om het leven van Sanda te redden. Op basis van de informatie die hen werd aangereikt. Alweer kan ik niet begrijpen waarom zij informatie achtergehouden hebben. Waarom zij gezwegen hebben over die visolie.
Alles wat ik las over Reuzegom was verschrikkelijk. Misselijkmakend. Weerzinwekkend. Toch is er in dit boek ook plaats voor waardigheid. Waardigheid aan de kant van familie en vrienden van Sanda. Wij mogen hen volgen in het zoeken en vinden van een manier om met het verlies van een enige (schoon)broer, zoon of beste vriend om te gaan. Wij mogen hen volgen in hun hoop op gerechtigheid. In hun verlangen naar een signaal. Naar een sereen proces.
Het kan gek klinken maar de nabestaanden houden geen pleidooi voor de afschaffing van studentendopen. Wel pleiten zij voor dopen zonder sadisme en vernedering.
Beste Pieter. Ik wil u danken voor deze krachttoer. U reconstrueerde een avond. Een avond vol vunzigheid. U reconstrueerde een leven. Een leven dat zo veel belofte in zich droeg. Een leven waaraan te vroeg een eind kwam. Ik gruwde bij de gebeurtenissen van die avond. Ik huilde bij de gevolgen van die avond. Dit had nooit moeten gebeuren. Als de zonen van onze Belgische elite hadden gedaan wat zij hadden moeten doen. Hun nalatigheid is een jongen fataal geworden. Om dat alles te mogen lezen in een boek wil ik u danken. Van ganser harte.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties