Uitgelezen: De nazi's kenden me bij naam. Brief aan Magda Hellinger en Maya Lee.

Gepubliceerd op 31 augustus 2022 om 13:26

Beste Maya,

 

Het lijkt mij vreemd u een brief te schrijven.  Want u vertelt het levensverhaal van uw moeder.  Het was beter geweest mijn brief aan haar te richten.  Helaas, zij overleed.  Net voor haar negentigste verjaardag.  Daarom dus deze omweg.  Maar dat hoeft helemaal niet erg te zijn.  Want u bent betrokken partij.

 

Uw moeder schreef haar memoires.  Over harde tijden.  Over donkere tijden.  Op vijfentwintigjarige leeftijd werd uw moeder gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau.  Drie jaar lang was zij gevangene in dat concentratiekamp.  Tegenover u vertelde zij nauwelijks over haar kampervaring.  Heel af en toe vertelde zij een anekdote.  Maar het drong niet door.  Het ging voorbij.  Uw moeder bleek alles weg te schrijven.  Die schrijfsels liet ze op zevenentachtigjarige leeftijd drukken.  Het resultaat was een dun boekje.  Veel exemplaren werden niet verkocht.  Na die publicatie sprak ze niet meer over die oorlogsjaren.  Zij leek er genoeg van te hebben.  Zij wilde geen herinneringen meer ophalen.  Met het schrijven had zij haar brein gezuiverd van elk sluimerend trauma.

 

Na haar overlijden ontwikkelde u een diepere belangstelling voor het verhaal van uw moeder.  U ziet de opgenomen getuigenverklaringen van uw moeder.  Daarbij stelt u vast dat veel details achterwege werden gelaten in haar gepubliceerde memoires.  Uw moeder had slechts een fractie van het verhaal verteld.  U gaat aan het werk.  U vertelt het verhaal opnieuw.  Maar dan het volledige verhaal.  Want u meent dat het verhaal van uw moeder bijna uniek is.  Uw moeder was een kampfunctionaris.  Zij kreeg door de SS verantwoordelijkheid opgelegd over medegevangenen.  Degenen met dergelijke posities lagen zwaar onder vuur bij de Joodse overlevenden.  Velen werden beschuldigd van collaboratie met de nazi’s.  Bij die beschuldigingen werd nooit rekening gehouden met het feit dat zij bij elke poging om iemand te redden, hun eigen leven op het spel zetten.  Dat is wat uw moeder deed.  Uw moeder was niet uit op dank.  Wel op erkenning.  Daarnaast wilde zij degenen die de Holocaust bagatelliseren tot de orde roepen.  Uw moeder wilde dat de Holocaust zich nooit zou kunnen herhalen.  Om al die redenen wenst u het volledige verhaal te vertellen. Om al die redenen schreef u dit boek.

 

Het verhaal start in Michalovce, gelegen in het oosten van Tsjecho-Slowakije.  U vertelt over het dorpsleven.  Over het leven van uw moeder.  Met haar ouders.  Met haar broers.  U vertelt over haar opvoeding.  Over haar engagement binnen de Joodse gemeenschap.  Over de zionistische zaak.  Uw moeder had alles op orde.  Zij leefde een onbezorgd en vrij leven.  Toen kwam 1940.  Alles veranderde.  Plots werd een Arisch beleid gevoerd.  Een Jodenwetgeving werd opgesteld.  De gele davidsster werd ingevoerd.  Van het onbezorgde en vrije leven was plots geen sprake meer.

 

In 1942 wordt uw moeder op transport gezet.  Zij wordt gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau.  Eerst per passagierstrein.  Later per veetrein.  Het horrorscenario ontwikkelt zich.  Rolt zich uit.

 

Uw moeder stapt de hel binnen.  Onder de woorden Arbeit macht frei.  In haar vrije leven was uw moeder schooljuf en jeugdleidster.  Het kan vreemd lijken maar die ervaring komt haar op deze donkere plek van pas.  Zij biedt troost.  Zij biedt hulp.  Zij draagt zorg.  Zij verpleegt.  Zij organiseert.  Bijna meteen doet zij al die dingen.  Tussen al die dingen door vindt zij heel geleidelijk de weg.  De weg van het overleven.  Zij gaat begrijpen hoe het werkt.  In dat harde leven ontstaat een zekere structuur.  Een routine die noodzakelijk is om te overleven.  Uw moeder moest zich op een of andere manier verzoenen met dit bestaan.  Om niet gek te worden.  Om er niet onderdoor te gaan.

 

Uw moeder krijgt tijdens haar gevangenschap meerdere functies.  Zij gaat van stubendienst over Blockälteste naar Lagerälteste.  Tussen die functies gaat zij heen en weer.  Zij moet daar zijn waar zij gevraagd wordt.  Weigeren was geen optie.  Een weigering betekende de weg naar de schoorsteen.  Zij kon enkel aanvaarden.  In het volle besef dat zij zich in elke functie zou inspannen voor haar medegevangenen.  Haar opgedane kennis hield zij niet voor zich.  Die deelde zij.  Zij maakte haar medegevangenen wegwijs in de mores van het kamp zodat zij het zouden overleven.  Zij wees hen op de noodzaak van netheid.  Zij wees hen op de noodzaak van solidariteit.  Omdat zij wist dat die twee elementen de kansen op overleven groter maakten.

 

Uw moeder zag in dat een aantal van de prominente SS’ers, waarmee zij werkte, nog altijd mensen waren.  Dat begrip deed haar beseffen dat ook zij menselijke behoeften en zwakheden hebben.  Die kon zij gebruiken.  Die boden haar kansen.  Niet voor zichzelf.  Wel voor haar medegevangenen.  Dat besef heeft mensenlevens gered.  Zo kon uw moeder medegevangenen tewerkgesteld krijgen op lichtere diensten.  Zo kon zij lichte voordelen bekomen voor medegevangenen.  Telkens is het balanceren op een dunne koord.  Voor de bewakers moet zij hard genoeg zijn.  Voor de medegevangenen moet zij mild genoeg zijn.  Uw moeder beheerst op een meesterlijke wijze die evenwichtskunst.

 

Het verhaal van uw moeder vertelt niet enkel het verhaal van de kampen.  Het gaat verder.  Het toont wat volgde.  U schrijft over het einde van de oorlog.  Over de chaos.  Over de terugkeer naar ‘huis’.  U schrijft over de zoektocht naar familie.  Over de focus op de toekomst.  Over het niet willen herinneren.  U schrijft over de gevolgen van de kampen.  Over het opnieuw aanpassen aan het leven na de kampen.  Over het doorgaan.  U schrijft over het leven onder het communistische juk.  Over het vertrek naar Israël.  Over het vertrek naar Australië.

 

Ik las het verhaal van uw moeder.  Wat mij daarin het meest raakte, was haar poging om in onmenselijke omstandigheden toch steeds mens te blijven.  Haar strijd om als mens overeind te blijven ontroerde mij uitermate.  Misschien kan het wat al te ver gezocht zijn maar in het verhaal van uw moeder las ik een oproep tot solidariteit.  Solidair kunnen wij de grootste uitdagingen in de wereld aan.  Die uitdagingen zijn divers.  Het zou mooi zijn als iedereen die oproep in zijn handelen zou incorporeren.  Dat zou pas een mooi eerbetoon zijn aan uw moeder. 

 

Beste Maya.  Ik wil u danken voor deze aangrijpende getuigenis.  Ik wil u danken dat u de taak op zich nam om het levensverhaal van uw moeder te schrijven.  Daarvoor wil ik u uitermate danken.  Van ganser harte.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.