Libanon. Het lijkt nog niet de meest evidente vakantiebestemming te zijn. In mijn hoofd wel. In het hoofd van anderen niet. Tot die conclusie kom ik op de luchthaven van Zaventem. Bij de douane aangekomen schuif ik mijn paspoort en boardingpass naar de agent toe. Plichtsbewust aanvaardt hij de documenten. Als hij de bestemming van mijn reis afleest op de boardingpass kijkt hij vreemd op. Beiroet, zegt hij luidop. Gevolgd door een groot vraagteken. Een vraagteken dat om verduidelijking vraagt. Ik antwoord onmiddellijk bevestigend. Ik ban alle twijfel uit mijn antwoord. Twijfel is verdacht. Zo is het de agenten aangeleerd. Jawel, zeg ik vastberaden. De agent blijkt een man van weinig woorden te zijn. Vakantie, dat is zijn volgende vraag. Opnieuw antwoord ik bevestigend. De agent legt bestemming en doel van mijn reis samen. Naar Beiroet op vakantie, de agent lijkt het niet te begrijpen. Gekker moet het vandaag niet worden, dat lijkt de agent te denken. Niet begrijpend geeft hij mijn papieren terug. Ik mag door.
Mijn enthousiasme om naar Libanon af te reizen wordt in België niet begrepen. Mijn enthousiasme om Libanon eindelijk binnen te stappen wordt dan weer in Libanon zelf niet gedeeld. Op de luchthaven van Beiroet bots ik aan de douane op een nogal norse agent. Vele vragen worden gesteld. Door hem aan mij. Waarom ik naar Libanon kom. Waar ik zal verblijven. Met wie ik reis. Hoe ik zal reizen. Pas als ik op alle antwoorden juist antwoord, zal ik toegang krijgen. Zo lijkt het te werken. Daarom hou ik de antwoorden kort. Uitweiden is geen optie. Toch lijken mijn beknopte antwoorden aanleiding te geven tot bijkomende vragen. Het gesprek wordt een verhoor. Dikwijls verdwijnt de agent omdat hij elders mijn antwoorden moet checken. In een kantoortje verderop wordt overlegd. Het meest voor de hand liggende wordt hier in twijfel getrokken. Ik ben een toerist, dat wordt door deze agent niet meteen voor waarheid aangenomen. Andere beweegredenen moeten vooraf uitgesloten worden. De nationale veiligheid, dat is waarover deze agent moet waken. Ik blijf vriendelijk. Ik blijf lachen. Uiteindelijk wordt mijn geduld beloond. Ik krijg dat stempeltje in mijn paspoort. Een simpele formaliteit kan plots toch iets minder eenvoudig lijken. Ik mag door. Eindelijk.
Wij stappen de luchthaven uit. Om Beiroet in te stappen. Het reizen zonder zorgen kan beginnen. De bus brengt ons naar het hotel. In een zijstraat van Hamra Street. Ik moet glimlachen. Op het vliegtuig raakten wij aan de praat met een Nederlander. Met Libanese roots. Die in België woont. Hij reist regelmatig naar Libanon. Om familie te bezoeken. Nonkels en tantes. Neven en nichten. Hij geeft ons een aantal tips. Met daarin dingen die we zeker moeten bezoeken. Hamra Street staat bovenaan zijn lijstje.
Hamra Street werd ooit de Champs-Elysées van Beiroet genoemd. Ik ben mild. Toch sta ik in die mildheid enige zin voor kritiek toe. Dat koosnaampje is ver van de werkelijkheid. Jawel, er zijn winkels. Jawel, er zijn cafés. Jawel, er zijn bioscopen. Maar dat alles is onvoldoende om op gelijke voet gesteld te worden met de meest prestigieuze en breedste laan van Parijs. De reputatie van Hamra Street werd aan flarden geschoten in de Libanese Burgeroorlog. Vóór die oorlog stonden deze en omliggende straten bekend als de meest trendy wijk van Beiroet. Dat is verleden tijd. De glamour en de glitter zijn ver te zoeken. Dat stellen wij vast als wij ’s avonds de straat inwandelen. Op weg naar Pigeon Rock. Want wij willen de zonsondergang zien.
Hoofdrolspelers in deze zonsondergang zijn twee uit de zee oprijzende rotsen. Als gigantische schildwachten kijken zij naar de stad. De rondcirkelende duiven hebben het vinden van een naam voor deze plek enigszins vereenvoudigd. Duivenrots, het lijkt logisch.
Aan die Duivenrots zou de zon ondergaan. Wij waren een beetje te vroeg. De zon laat zich niet dicteren. Diezelfde zon heeft een eigen willetje. Wij onderwerpen ons aan dat willetje. In afwachting lopen wij een eindje langs de Corniche. De boulevard aan de zee. We kijken naar het leven. Het Libanese leven. De mensen van Libanon lijken op zondagavond af te zakken naar de Corniche. Hier ontmoeten zij elkaar. Vrienden. Familie. Geliefden. Op de Corniche gebeurt het. Op de Corniche gebeurt alles. Er wordt gedronken. Er wordt gegeten. Er wordt gelachen. Er wordt gediscussieerd. Er wordt gesport. Er wordt gedanst. Wij kijken. Terwijl wij toekijken, gebeurt datgene waarvoor wij gekomen zijn. De zon gaat onder. Begint aan dat fantastisch verbluffende spel.
De zon verdwijnt in zee. Die ondergaande zon doet vergeten. Doet verlangen. Die ondergaande zon doet ons stilstaan. Wij kijken terug op vandaag. Vanmorgen stonden we nog in Zaventem. Deze avond staan wij in Beiroet. In Libanon. Wij lachen. Wij zijn in Libanon. Wij zijn op reis. Wij kijken nog één keer naar de zon, die bijna volledig verdwenen is. Wij kijken en denken: dit wordt goed. Dit wordt heel goed.
Let the jouney begin.
Volgende aflevering op dinsdag 06/09/2022: Beiroet – Sidon – Tyrus – Maghdouche – Beiroet.
Reactie plaatsen
Reacties
Ik ga je met de nodige spanning volgen, Wim & Brenda!