Beste Eva,
Vele knipperlichten. Allerlei alarmen. Toch lijkt er nauwelijks iets te bewegen. De urgentie lijkt genegeerd te worden. Veelzeggend is de manier waarop onze Belgische politici al te gemakkelijk voorbij gaan aan de recente veroordeling van de Belgische overheden door de rechtbank van eerste aanleg in Brussel. Zij werden veroordeeld omdat het Belgische klimaatbeleid de wettelijke zorgplicht en de mensenrechten schendt. Indien ik politicus was, zou ik in het arrest een dwingende aansporing tot actie lezen. Helaas. Helaas. Helaas. Stilte, die bijzonder sterk lijkt op passiviteit, heerst in de Belgische politiek. Die stilte stemt mij tot wanhoop. Maakt mij kwaad.
Maar dan las ik uw boekje. Daarin zoekt u naar redenen van deze politieke stilstand. U vindt meerdere redenen. U schrijft dat onderwerpen als klimaatverandering en biodiversiteit geen garantie zijn voor politiek succes. Verder haalt u het korset van de partijdiscipline aan. Tenslotte wijst u op de jarenlange relaties tussen politici en bedrijven en belangengroepen.
Bovendien is het zo dat veel crises het gevolg zijn van politieke keuzes en hun eigen functioneren. Politici weigeren evenwel dit te erkennen. Zij zijn te veel gericht op de eigen politieke werkelijkheid en ‘de markt’.
Bij die analyse zou u kunnen stoppen. Dat doet u niet. U gaat verder. Wat een geluk. U vraagt zich af hoe wij het democratisch systeem kunnen veranderen. Dat is het eigenlijke vertrekpunt van uw onderzoek. U gaat op zoek naar een antwoord op de vraag hoe politici zich wel kunnen laten leiden door het gemeenschappelijk belang en niet door partijpolitieke belangen, de waan van de dag en lobbygroepen.
U komt al vrij snel tot een antwoord. Dat komt niet zomaar uit de lucht gevallen. U kijkt om u heen. U ziet wat om u heen gebeurt. U ziet hoe in steeds meer landen inwoners kunnen meepraten en meebeslissen. Via burgerberaden.
In uw boekje schetst u de weerstand, de pogingen om klimaatwetenschap in diskrediet te brengen, de politieke onwil, de alarmkreten en knipperlichten, de huidige toestand, de toekomstige gevolgen van falend beleid. Alles moet anders, dat is uw besluit. Maar dan stelt u zichzelf de vraag hoe we alle noodzakelijke en drastische inspanningen snel en eensgezind kunnen doorvoeren. U stelt zichzelf de vraag of onze democratie nog weerbaar genoeg is. U twijfelt.
Als antwoord op uw beide vragen meent u dat burgerberaden noodzakelijk zijn. Ter wille van het klimaat. Ter wille van de democratie. Beiden verkeren in crisis. Democratieën staan onder druk als gevolg van desinformatie, polarisatie en geopolitieke spanningen. De klimaatcrisis gooit olie op het vuur. Voor beiden kunnen burgerberaden een uitweg betekenen. U stelt dat burgerberaden kunnen voorkomen dat crises leiden tot permanente verdeeldheid en apathie.
Om een gedragen klimaatbeleid uit te werken dienen we niet enkel te werken van boven naar beneden. Van de overheid naar de bevolking. Nog belangrijker zal het zijn van beneden naar boven te werken. Via inbreng, ideeën, betrokkenheid, zeggenschap. Op die manier wordt een verhaal een gezamenlijk verhaal. Een verhaal waar mensen achter kunnen staan omdat ze er zelf over hebben meegedacht, meegepraat en meebeslist.
U komt tot het besef dat democratie dringend moet geïnnoveerd worden. Moet geüpdatet worden. U staat stil bij de mankementen van het huidige democratische systeem. Ik zou deze kunnen opsommen. Dat doe ik niet. In uw boekje benoemt u de mankementen en verklaart u die. Eindconclusie van deze opsomming is dat de democratie rammelt. Alweer, het moet anders. Dringend. En alweer komt u uit bij de burgerberaden. Deze zijn een vorm van overlegdemocratie. Het gaat hierbij niet om debat, wel om dialoog. De groep zoekt naar overeenkomsten en oplossingen. U meent dat deze aanvullende vorm van democratie uiterst geschikt is voor onderwerpen die de hele bevolking aangaan.
Dat is de theorie. Maar hoe laat die theorie zich vertalen naar de praktijk. Daartoe kijkt u naar landen waar reeds geëxperimenteerd werd met deze vorm van burgerparticipatie. U kijkt naar Ierland. U kijkt naar Frankrijk. U analyseert deze experimenten. U wijst op de gevaren. Op de uitdagingen. Die experimenten kunnen ons tot voorbeeld strekken. Degenen die ons voorgingen kunnen ons wijze lessen aanreiken. Die wijze lessen benoemt u. Zij werden netjes geformuleerd door de OESO. Ik zal ook deze lessen niet opsommen. U doet dat. Heel netjes. Heel overzichtelijk. Voorzien van de nodige commentaar.
Uw boekje is eigenlijk een handleiding. Te volgen bij het instellen van een burgerberaad. Een klimaatburgerberaad. Ik las uw boekje. Daarin las ik een aansporing om aan de slag te gaan. Want, inderdaad, nu is het aan ons. Ik werd enthousiast. Zocht naar een actieve vertaling van uw boekje. Een engagement. Misschien overweeg ik een petitie. Met als basisvraag het instellen van een klimaatburgerberaad. Om via die weg mijn politici aan te sporen tot actie. Ik talm. Ik wacht nog even af.
Beste Eva. Uw boekje deed wonderen. Mijn wanhoop deemsterde weg. Mijn kwaadheid werd getemperd. U schonk mij hoop. U toonde een uitweg. Een geloofwaardige uitweg. Een overtuigende uitweg. Voor dat alles wil ik u danken. Daarom dus. Dank. Dank. Dank.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties