Beste Ish,
In tijden van corona wordt mij vaak die ene vraag gesteld. Dikwijls wordt mij gevraagd hoe ik de tijd, die we noodgedwongen in ons kot moeten doorbrengen, op een aangename wijze invul. Eén van mijn antwoorden hierop is kort en bondig. Lezen, zeg ik. Boeken, verduidelijk ik. Sommige geïnteresseerden stoppen niet bij dat antwoord. Zij vragen verder. Zo wordt al eens gevraagd naar een aanrader. Een boek dat de aandacht even wegleidt van deze hectische tijden. Ik heb vele aanraders. Maar onlangs las ik uw nieuwste boek. Dat boek geef ik nu vaak door als absoluut te lezen boek.
Waarover gaat het boek? Dat is dan weer de volgende vraag. Waar een gesprek begint, is veelal duidelijk. Waar datzelfde gesprek eindigt, is dan weer veel minder duidelijk. Een gesprek kan slingeren. Kan onverwachte bochten nemen. Maar terug dus naar die ene vraag. Waarover gaat het boek? Over terrorisme. Over een terroristische aanslag. Dat antwoord lijken ze niet verwacht te hebben. Een stilte is wat volgt. Ik merk dat verduidelijking nodig is. Dat enige aanvulling op zijn plaats is. Ik zeg dat het over een vrouw gaat. Een jonge vrouw. Zij wordt verdacht aandeel te hebben in een terroristische aanslag. Ik zeg dat het over een man gaat. Een oude man. Hij verloor zijn vrouw bij die aanslag. Beiden hadden nooit verwacht elkaar tegen het lijf te lopen. Toch gebeurt het. Die ontmoeting tussen twee verschillende, bijna gescheiden werelden heeft voor elk van de protagonisten gevolgen. Verstrekkende gevolgen.
De jonge vrouw voelt zich onheus behandeld. Ten onrechte werd zij naar de gevangenis gestuurd. In de pers kreeg zij het weinig flatterende koosnaampje ‘taxi-terroriste’. Zij bracht twee terroristen naar de plaats van de aanslag. Zij was niet op de hoogte van de plannen. Zij meende goed te doen. Voor twee oude schoolkameraden. Op haar proces werd nauwelijks geloof gehecht aan dat verhaal. Niemand leek te geloven dat zij onwetend was van de plannen. Dat kon niet. Dat was onmogelijk.
De oude man is altijd gebleven waar hij woonde. Hij zag zijn buurt veranderen. Hij zag de mensen veranderen. Hij zag zijn land veranderen. Bovenop al die toch wel ingrijpende veranderingen komt dat plotse verlies. Het verlies van zijn vrouw. Zijn grote liefde wordt plots weggerukt en hij moet alleen verder. Hij wordt gedwongen zijn leven te organiseren. Terwijl vroeger alles voor hem werd gedaan moet hij nu zelf aan de slag. Een proces van vallen en opstaan. Van trial and error.
Zij is net vrij gekomen. Hij staat net in een nieuw leven, dat nog steeds onwennig aanvoelt. Beiden trachten hun leven op de sporen te zetten. Trachten hun leven te hervatten. Op dat moeilijke en zoekende moment komen beiden elkaar tegen. Ontwijken is geen optie. Omstandigheden dwingen hen met elkaar om te gaan. Dat vraagt om een aanpassing. Hij moet zijn wraakgevoelens onderdrukken. Zij moet het gevoel van onrechtvaardigheid afgooien. Pas als dat gebeurt, kan er gesproken worden. Dat is niet evident. Toch gebeurt het. In heel kleine stapjes. Wat niet voor mogelijk werd gehouden gebeurt. Dader en slachtoffer vinden elkaar. Omhelzen elkaar. Zij erkent schuld. Zoals haar vader had gevraagd. Hij vergeeft. Zoals zijn vrouw zou hebben gedaan.
Over dat alles gaat het verhaal, zeg ik. Over samenleven. Over de moeilijkheden om samen te leven. Over hoe het ons stoort dat de ander niet op ons lijkt. Dat de ander ons niet bevestigt in ons eigen gelijk. Over dat gaat het. Over die zoektocht. Toch gaat het niet enkel om dat. Net zozeer gaat het over wie wij zijn. Over nationaliteit. Over een kruising tussen wie we willen zijn en wat anderen ons toelaten te zijn. Het gaat om de haat, die in onze dorpen en steden rondwaart. Die haat is aan het zegevieren. Omdat we allemaal verloren hebben. Het kan allemaal nogal zwaar lijken. Nogal donker. Dat is het nochtans niet. Want tegenover die haat durft u de hoop te plaatsen. Met die hoop brengt u licht in het verhaal. Mildert u die donkere zwaarte.
Ik weet niet hoe het komt. Maar het gebeurt. De laatste tijd merk ik dat ik vrij gemakkelijk huil. Dat was vroeger anders. Toen verborg ik mij achter het schild van de jeugdigheid. Ik ben nu tweeënvijftig. Dat schild draag ik niet meer. Alle emoties komen nu ongefilterd tot mij. Al die emoties ketsen niet meer af op mijn schild. Sommige komen hard binnen bij mij. Doen mij huilen. Zoals uw boek. Die laatste bladzijden kon ik het niet meer droog houden. Dat einde was te wreed. Te hard. Het mocht niet gebeuren. Ik had een ander einde voor ogen. Zoals in een sprookje. Ik zag beide nog lang en gelukkig leven. Maar het leven is geen sprookje. Dat blijkt weer maar eens. Toch huil ik niet enkel om het verlies. Ik huil net zozeer om de winst. Want die weinige winst is dat beetje hoop. Dat beetje hoop dat opflakkert. Dat verlies en die hoop maakt van uw boek een pareltje. Een pareltje dat moet gelezen worden.
Uw boek dwingt de lezer alles scherp te stellen. U voert geen zwaarwichtige polemieken. U brengt een verhaal. Een verhaal waarin u de lezer een spiegel voorhoudt. Ik heb ook in die spiegel gekeken. Ik heb mijzelf de vraag gesteld in wie ik mij kan herkennen. In Luc? In Albert? Of toch in Maria? Die vraagstelling was behoorlijk confronterend. Ik hoop dat ik heel wat van Maria in mij heb. Dat hoop ik van ganser harte. Maar echt zeker ben ik niet. Die twijfel maakt mij angstig.
Beste Ish. Ik wil u danken voor dit prachtige boek. Dat boek dat ik gelezen heb. Dat boek dat een deel geworden is van mij. Het glijdt niet van mij af. Het blijft kleven. Altijd weer roept het boek vragen op. Soms ben ik overtuigd van mijn eigen antwoord. Soms twijfel ik aan mijn antwoord. Alle vragen blijven rondmalen in mijn hoofd. Alle antwoorden blijf ik herkauwen. Uw boek is een niet aflatende zoektocht. Een zoektocht die noodzakelijk is. Want enkel als men zichzelf in vraag stelt, kan er een begin van hoop zijn. Uw boek doet mij hopen. Daarvoor ben ik u dankbaar.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties
Ik las het boek ook onlangs en vond het een prachtig boek.
Je kan mijn recensie hier vinden: https://writingsbyamelie.com/2020/02/23/recensie-het-moois-dat-we-delen-van-ish-ait-hamou/