Tirade - In blind vertrouwen. Brief aan Stijn Meuris.

Gepubliceerd op 8 januari 2019 om 15:43

Beste Stijn,

 

Misschien was ik wel wat te vroeg in de Gentse Minard. Een gevolg van mijn opvoeding, denk ik. Mij werd geleerd altijd en overal netjes op tijd te zijn. Mijn hele leven tracht ik deze leefregel ordelijk en consequent te vertalen naar de dagelijkse praktijk. Dat lukt mij vrij aardig. Zo ook gisteren. Een kwartier vóór het eigenlijke aanvangsuur zat ik op mijn stoeltje. U zou het verloren tijd kunnen noemen. Ik hou er een andere mening op na. In die wachttijd werden plaatjes gedraaid. Er werden muziekjes gespeeld. Mooie muziekjes. The Smiths. The Afghan Whigs. Siouxsie and the Banshees. Ik meende zelfs Au Pairs te horen. Dit was geen verloren tijd. Dit was genieten.

 

Iedereen weet, mooie liedjes duren nooit lang. U staat met beide voeten in de realiteit, u zal het niet ontkennen. In uw conférence analyseert u het voorbije politieke jaar. Daar wordt een mens niet vrolijk van. Dat lijkt u te beseffen. U begint met een zoethoudertje. U vertelt over dat ene boek, dat u zo veel vreugde verschafte. Dat u zelfs twee maal las. Feitenkennis van Hans Rosling. In dat boek vertelt de Zweedse hoogleraar dat onze wereld in een veel betere staat blijkt te verkeren dan we doorgaans denken. Die gedachte biedt troost. U zou ons met een heerlijk en gelukzalig gevoel naar huis kunnen sturen. Dat doet u niet. U bent een kritische lezer. Een alerte lezer. U hebt kunnen vaststellen dat ons Belgenlandje niet in één keer in het boek vermeld wordt. Of toch. Eén keer wordt ons landje vermeld. In negatieve zin. In heel negatieve zin. Oef. U kan aan het werk. U kan uw duivels ontbinden. Niet enkel u prijst zich gelukkig. Ook ik prijs mij gelukkig. Want bijna twee uur lang zal ik mij verkneukelen in uw tirade. Bijna twee uur lang zal ik mogen luisteren naar een overtuigend betoog. Een betoog waaruit duidelijk moet blijken dat het niet echt vlotjes loopt in ons landje. Twee uur lang zal ik aan uw lippen hangen en elk woord met grote appetijt verorberen.

 

De Belgische politiek is een circus. Een statement dat maar al te vaak ten berde wordt gebracht. Op café of andere tribunes. U zegt het niet luidop. U bewijst het wel. Overtuigend en met verve. Ludiek. Hilarisch. Het therapeutische bos van Joke Schauvliege. Het verbod op stookolieketels van Bart Tommelein. Het onbelast bijklussen van Maggie De Block. Fraudebestrijding of het gebrek aan fraudebestrijding van Philippe De Backer. Het wolvenplan van (alweer) Joke Schauvliege. Voorgaand lijstje doet enkel vermoeden dat u uw pijlen richt op Open VLD en CD&V. Dat doet u niet. Met eenzelfde gedrevenheid zoomt u in op de miljardendeal voor de nieuwe F-35. Waarbij u gewezen defensieminister Steven Vandeput op de korrel neemt. U gaat dieper in op de malaise bij de SP.A. Jawel, politiek is een circus. Met onze politici in de dankbare rol van clowns. Met een rode neus op en in te grote schoenen laten zij het ene na het andere ballonnetje op. Ballonnetjes die kort na de lancering uit elkaar spatten.

 

U bent goed. U bent heel goed. U analyseert vlijmscherp. Een nuchter mens zou al snel kunnen denken dat de oppositie alles op een dienblaadje krijgt aangereikt. Winst voor de oppositiepartijen ligt zomaar voor het rapen, zou dezelfde nuchtere mens kunnen denken. Helaas. De oppositiepartijen schieten zichzelf in de voet. Zij spinnen geen garen bij het amateuristische improviseren van deze regering. Daarvoor draagt u ook bewijs aan. Alweer op een overtuigende manier. Alweer ludiek. Alweer hilarisch.

 

De regering faalt. De oppositie faalt. Toch koopt het kiespubliek elke keer weer een ticket voor een nieuwe circusvoorstelling. U stelt zich luidop de vraag hoe dat komt. Een antwoord op die vraag is niet zo eenvoudig. Blind vertrouwen, denkt u. Misschien is het wel omdat wij het nog niet zo slecht hebben. Misschien moeten we het eerst wat harder te verduren krijgen, alvorens wij zullen ontwaken uit onze politieke lethargie. Dan zou het misschien kunnen gebeuren. Dan zou het wel eens kunnen dat het kiespubliek niet langer een ticket zal kopen. Dat lijkt u te hopen. Meer nog, u lijkt ons aan te moedigen. U lijkt ons aan te moedigen eindelijk rechtop te staan. Kasseien gooien hoeft niet meteen. Maar actie, dat zou mooi zijn.

 

Bij een dergelijk betoog zou ik kunnen wegglijden in mijn stoel. Uit moedeloosheid. Terneergeslagen zou ik dieper en dieper kunnen zakken. Dat gebeurde niet. Integendeel. Ik ging op het puntje van mijn stoel zitten. Omdat ik niks wou missen. Alles wou ik horen. Alles wou ik opnemen. Want dit was zo veel beter dan om het even welk opinieartikel. U ging naar de kern van de zaak. Als een volleerd comedian. Ik ging niet huilen. Neen, u doet mij lachen. Herhaaldelijk. Luidop. Bulderend. In die lach schuilt misschien wel de grootste kritiek op onze heren en dames politici.

 

Beste Stijn. Ik wil u danken voor een fantastische avond. Ik kwam buiten in het volle besef dat wij, kiezers, op onze hoofden laten kakken. Gewillig. Ik kwam buiten en zocht naar een uitweg. Een uitweg waarbij ik weiger een ticket te kopen voor het volgende circus in mei. Het denkwerk is nog niet voorbij. Is volop aan de gang. U hebt mij op weg gezet. Daarvoor dus dank, dank, dank.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.