Uitgelezen: In gesprek met de Noordzee. Brief aan Arita Baaijens.

Gepubliceerd op 18 december 2025 om 12:51

Beste Arita,

 

Ik leerde u kennen via Goede Gesprekken, een podcast met Lex Bohlmeijer als gastheer.  In die podcast gaat hij om de twee weken in gesprek met een inspirerend persoon met een bijzonder verhaal.  Ik luisterde naar uw aflevering.  Ik kwam tot twee eindconclusies.  U bent inderdaad een inspirerend persoon.  U brengt inderdaad een bijzonder verhaal.  Die conclusies maakten mij nieuwsgierig naar uw recente boek, In gesprek met de NoordzeeDat boek ging ik lezen.

 

In uw boek solliciteert u bij de Noordzee op de functie ‘Spreker voor al het leven in zee’.  U wil de zee in bescherming nemen tegen uitbuiting en exploitatie.  U stelt daarbij het idee van de mens als kroon der schepping in vraag.  De liefde voor de oceaan moet een genuanceerder wereldbeeld mogelijk maken.  Uw liefde voor de oceaan is oneindig.  Aan onze liefde voor de oceaan moet nog gewerkt worden.  Want wat wij van dieren en van de zee vinden, zegt meer over onze beperkte blik dan over de vermogens van dieren en de zee.  Ooit was er verering en bewondering voor de zee.  U onderzoekt of het leven gebaat zou zijn bij herstel van die relatie.

 

Uw voorgenomen sollicitatie gaat over verwantschap.  Die verwantschap interpreteert u als het aanknopen van relaties en in andere levensvormen lotgenoten zien.  Wat u werkelijk wenst, is de zee een plaatsje geven aan de bestuurstafel.

 

Om dat alles te kunnen doen moet u in eerste instantie in gesprek met de Noordzee.  Om te kunnen converseren met de zee moeten we onze taal verrijken.  We moeten de poëtische werkelijkheid, dat wat wij ervaren, voelen, ruiken en horen, integreren in onze taal.  Wij zijn verbonden met de zee.  Wij zijn de zee.  Dat verdient een plek in onze taal.  U gaat nadenken over een taal waarin u op een gelijkwaardige manier met de zee kan praten.  De taal waarin wij nu spreken maakt immers duidelijk hoezeer wij ons bewust of onbewust eigenaar wanen van alles wat leeft.  Onze huidige taal en ons brein is te beperkt om de omvang en de impact te bevatten van de zich voltrekkende ramp die het leven in de oceanen en op aarde nu al op dramatische wijze verandert.

Tegelijk beseft u dat de focus op de rede een ontzielde en comateuze wereld creëert die geen enkele ruimte laat voor het ambigue en voor dingen die ons beroeren.  U stelt een andere manier van denken voor: het amfibisch denken.  Dat denken veronderstelt het flexibel navigeren tussen verschillende manieren van denken, doen en zijn, afhankelijk van wat de situatie eist of vraagt.

 

Voorgaande lijkt allemaal nogal theoretisch.  Daarom gaat u langs bij mensen die voorgaande vertalen naar de praktijk.  Zij kunnen u vertellen hoe zij het doen.  Hoe zij luisteren naar en praten met de zee.  U gaat langs bij een kunstenares-vocaliste in Schotland.  U bezoekt onderwatertuinen.  U bent te gast bij een zeegids.  U vertelt over de Bajau, zeemensen.  U zwemt tussen orka’s en walvissen.  Al die ontmoetingen leren u dat elk van hen ingaat op de uitnodiging elkaar te ontmoeten.  Mens en zee.  Mens en dier.  Elk van hen aanvaardt de verwantschap als werkwoord.  Deze mensen inspireren u.  Tonen u dat een andere taal en een ander denken mogelijk zijn.

 

Een andere uitdaging voor u is het zoeken naar een antwoord op de vraag hoe u al die ideeën kan binnenbrengen in de bestuurskamers.  Hoe u doorheen economisch nut, de groeiende behoefte aan energie en het geloof in technologische oplossingen voor een maatschappelijk probleem moet breken.  Hoe u CEO’s kan laten zien dat wij ons zonder schuld of schaamte miljarden onderwaterlevens en leefwerelden toe-eigenen met een bezitterige vanzelfsprekendheid die vreemd aandoet.

 

In uw ontmoetingen met professionals die in Nederland zakelijk of beleidsmatig bij de Noordzee betrokken zijn, voelt u irritatie en onbehagen.  Zij spreken met de arrogantie van de macht.  De bureaucratische Noordzee verschilt in hoge mate van de tomeloze zee die u hebt leren kennen.  Wat u mist in de bijeenkomsten over het gebruik van de Noordzee is dat ene aspect, heersen met respect voor ander leven.

 

Dat het anders kan, moet blijken uit uw gesprek met drie bestuurlijke pioniers die het gelukt is een brug te slaan tussen bedrijfsbelangen en natuur.  Die bescheiden successen doen u toch besluiten om het spreken los te laten.  Omdat u zich bewust ben van een onhoudbare spreidstand.  U besluit verder te gaan als verhalend schrijfster.  In uw verhalen nodigt u de lezer uit tot een fundamenteel andere manier van denken over onze relatie met de natuur — en in het bijzonder met de Noordzee.  De kracht van het boek zit in hoe het de vanzelfsprekende, technische en economisch gedreven omgang met de Noordzee ondermijnt en vervangt door een visie waarin wij mensen niet boven, maar deel van het ecosysteem zijn.  Uw boek vraagt ons na te denken over hoe wij als mensen in relatie staan tot de natuurlijke wereld.

 

Beste Arita.  Uw boek heeft mij sterk aangegrepen.  Ideeën die al langer in mijn hoofd tolden maar waarvoor ik nooit de juiste vertaalomslag kon maken, hebt u helder verwoord.  U doet dat alles in een inspirerende en beeldende taal.  In uw verhalen hoorde ik de zee.  In uw verhalen hoorde ik eindelijk de zee.  De volgende keer dat ik aan zee ben, zal ik op haar toestappen en haar toespreken: ik zie de zee, de zee ziet mij, dag zee, hoe gaat het … Als dan mensen vreemd naar mij zullen kijken, zal ik hen aanraden uw boek te lezen.  Waarbij ik dan vurig hoop dat zij hetzelfde mogen ervaren als ik.  Want ik las een mooi boek.  Een poëtisch boek.  Een filosofisch boek.  Dus jawel, uw boek maakte mij blij.  Maakte mij heel blij.  Daarvoor wil ik u van ganser harte bedanken.  Dank dus.  Dank.  Dank.  Dank.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.