Uitgelezen: De mierenkaravaan. Brief aan Mariken Heitman.

Gepubliceerd op 17 juli 2025 om 12:58

Beste Mariken,

 

Laat mij deze brief maar meteen beginnen met een bekentenis.  Ik heb geen groene vingers.  Het maaien van het gras lukt mij nog net.  Andere tuingerelateerde werkzaamheden laat ik graag aan mij voorbijgaan.  Omdat mij de nodige kennis om al die werkzaamheden tot een goed einde kennis te brengen, ontbreekt.  Omdat ik planten, bloemen, kruiden en groenten niet wens te veroordelen tot een zekere en spoedige dood, beperkt mijn tuin zich daarom enkel tot gras.  Vertrekkend vanuit die bekentenis zou u nu kunnen denken dat ik uw boek aan mij zou laten voorbijgaan.  Laat mij u geruststellen, dat deed ik niet.  Ik ging uw boek lezen.  Eén ding kan en wil ik u al meegeven.  Het werd een heerlijke ontdekkingstocht.  Om meerdere redenen.  Redenen die ik in het verdere vervolg van mijn brief graag wil toelichten.

 

Vooreerst is er het hoofdpersonage, Kiek.  Zij is ziek.  Alleen, u zegt het anders.  U zegt dat zij geen recht meer heeft op de onschendbaarheid van de kwalificatie ‘gezond’.  Dat is net iets anders gezegd.  Wat Kiek precies heeft, zullen we later vernemen.  Als wij met haar op consult gaan bij de dokter.  Over de ziekte wil ik het evenwel niet hebben.  Ik wil het hebben over uw omschrijving voor het ziek zijn.  Daarin meen ik een respectvolle liefde voor uw hoofdpersonage te mogen lezen.  Een liefde, die u overzet op mij.  Met veel plezier stel ik mij open voor haar.  Ik laat mij graag rondleiden door haar groentetuin.  Zij laat mij kennismaken met de bewoners van die tuin, de groenten.  Zij benoemt hun karakter.  Niet enkel benoemt zij de groenten.  Hetzelfde doet zij met de beestjes.  Beestjes waarvan ik eerder nog nooit hoorde.  Aardvlooien.  Pantoffeldiertjes.  Springstaarten.  Kniptorren.  Emelten.  Engerlingen.  Snorzweefvliegen.  Langlijfjes.  Nooit kon ik vermoeden dat een tuin een dergelijke dierentuin kon herbergen.  Zoals ik al schreef, ik ben op ontdekkingstocht. 

 

Terwijl ik uw boek lees, ga ik de natuur beter begrijpen.  U wakkert mijn liefde voor de natuur aan.  Kiek leeft in de natuur.  Kiek werkt in de natuur.  Wat dat alles doet met een mens, zal u beschrijven.  Wat ik niet zie gebeuren omdat ik de tijd niet neem, zal u onthullen.  Ik besef tijdens het lezen dat ik dingen mis.  Dat ik bepaalde dingen niet oppik.  Omdat ik te snel ga.  Omdat ik te snel leef.  Omdat ik misschien geloof dat stilstaan nog altijd achteruitgaan is.  U staat stil.  Kiek staat stil.  In dat stilstaan onthult zij (en u) het web tussen de elementen.  Zij (en u) laat zien hoe die elementen met elkaar communiceren.  Om dat te kunnen, moet een mens die taal begrijpen.  Moet een mens de aarde begrijpen waaruit de groenten groeien.  Kiek is die taal machtig.  Zij praat met de planten en omgekeerd praten de planten met Kiek.  Het is fabuleus mooi.  Via uw boek herontdek ik opnieuw de uniciteit van de natuur.  De kracht van de natuur.  Terwijl ik vroeger als kind in de bossen ravotte, besef ik nu dat ik die verbinding met de natuur (bijna) kwijt ben.  Alsof die verbinding op een bepaald tijdstip werd doorgeknipt.

 

Uw boek is een lofzang.  Een ode.  Een heldendicht.  Opgedragen aan de natuur.  Een mysterieuze, heilzame kracht.  Waarbij u de tuinder tot onderdeel maakt van een autonoom spelend orkest.  Want laat mij duidelijk zijn, de tuin verenigt in zich zovele gedaantes.  De tuin kan een redmiddel zijn.  Een houvast.  Een toevluchtsoord.  Een troost.  Een vluchtroute.  Al die dingen is de tuin voor Kiek.  Want in die tuin komen vele dingen samen.  Het beheersen van de ziekte.  Het overlaten van het beheer van de tuin.  Het opleiden van het personeel.  Het aan de gang houden van een relatie.  Kiek moet vele ballen tegelijk in de lucht houden.  De groentetuin lijkt voor Kiek de perfecte locatie om die ballerige acrobatie te doen slagen.  De tuin als de perfecte gezel.  Het perfecte maatje.  De perfecte handlanger.

 

U schrijft in een heerlijke taal.  In een unieke taal.  Tegelijk maakt u gebruik van een aantal ingrepen die mij aanvankelijk vreemd voorkwamen.  Zinnen worden niet afgemaakt.  Woorden worden door elkaar gegooid.  Een foutje, dacht ik.  Maar dat is het niet.  Uiteraard niet.  U tracht hiermee de lezer nog dichter bij Kiek te brengen.  Om de lezer haar verwardheid te doen begrijpen.  Haar worsteling met de ziekte.  Dat lukt.  Mijn liefde en sympathie voor Kiek wordt groter.  Ik trek haar dicht tegen mij aan.  Een beschermende reflex.  Niks mag haar raken.  Dat neem ik mij voor.

 

Beste Mariken.  Nog altijd heb ik geen groene vingers.  Wel is mijn liefde voor de natuur nog groter geworden.  Ik begrijp nu nog beter de helende kracht van de natuur.  De troostende kracht van de natuur.  Ik ging begrijpen dat wij onze (ver)houding tegenover de natuur dienen aan te passen.  Een houding waaruit het nodige respect spreekt.  Want u doet mij inzien dat wij dat respect onderweg min of meer verloren zijn.  U schonk mij een heerlijk fantastisch boek.  Met daarin een warme boodschap.  Daarvoor wil ik u graag danken.  Van ganser harte.  Dank dus.  Dank.  Dank.  Dank.

 

Met vriendelijke groeten.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.