Uitgelezen: Tot God. Brief aan Christophe Vekeman.

Gepubliceerd op 28 mei 2025 om 13:17

Beste Christophe,

 

Een boek over het geloof.  Een boek over God.  Ik knipperde met de ogen.  Ik twijfelde of ik het boek wel zou gaan lezen.  Vluchtig onderwierp ik mij aan een zelfonderzoek.  Waarbij ik op zoek ging naar mijn relatie tot God.  Naar mijn houding tegenover het geloof.  Die relatie was onbestaande.  Die houding was kritisch.  Vanuit dat vluchtige zelfonderzoek had ik het boek links kunnen laten liggen.  Toch deed ik het niet.  Ik ging lezen.

 

Nieuwsgierigheid was wat mij dreef.  Ik kon niet begrijpen waarom net u zich naar God keerde.  Ik vermoedde in u een godslasteraar.  Een ketter.  Nu moet ik u zeggen dat voorgaande beweringen op weinig tot niets gebaseerd zijn.  De beweringen zijn zonder grond.  U zou mij dus kunnen betichten van enige vooringenomenheid.  Ik pleit schuldig.  Ik ken u niet.  Ik ken u helemaal niet.  Toch spreek ik mij uit.  Hiervoor vraag ik verschoning.  Het feit dat ik uw boek ging lezen spreekt dan weer in mijn voordeel.  Mijn vooringenomenheid maakt mij niet blind.  Diezelfde vooringenomenheid doet mij niet koppig vasthouden aan meningen en oordelen.  Ik durf te heroverwegen.  Ik durf te herdefiniëren.  Uw boek was een uitnodiging die oefening te gaan maken.

 

Uw boek was ook voor u geen vanzelfsprekendheid.  U voelde schroom om te schrijven over geloof.  U voelde schroom tegenover de buitenwereld.  Omdat u oordeelde dat geloof niet echt een enthousiasmerend thema is in die buitenwereld.  U vreesde onverschilligheid, fundamentele miskenning en desinteresse.  U vreesde genadeloos genegeerd te worden.  Om al die redenen had u uw plannen voor dit boek kunnen opbergen.  Toch deed u het niet.  U ging schrijven.  Net zoals ik vele maanden later ging lezen.  Beide overwonnen wij onze schroom.

 

In uw boek onderneemt u een zoektocht.  Een zoektocht naar de waarheid.  U zal trachten een antwoord te vinden op de vraag of God een levende God was.  Op de vraag of de God uit het Evangelie daadwerkelijk bestaat.  U gaat dus op zoek naar de waarachtigheid van een opperwezen. 

In die zoektocht wordt u zich bewust van datgene wat al langer in u zat.  Pas nu durft u het te benoemen.  Pas nu durft u het in de ogen te zien.  In die zoektocht benoemt u de punten waarop u al hints werden gegeven.  De richtingaanwijzers naar, zoals u het noemt, het rechte pad.  Toen had u die niet echt opgemerkt maar pas nu, als u terugkijkt, interpreteert u die hints juist.

 

Om die zoektocht woordelijk vorm te geven gaat u vele richtingen uit.  De complexiteit en de knagende twijfel vraagt om meerdere vormen.  Alsof die meerdere vormen duidelijk moet maken dat een eenduidig antwoord niet vanzelfsprekend is.  In uw boek lees ik gedichten.  Brieven aan uw vriend Peter Terrin.  Preken.  Jeugdherinneringen.  Dromen.  Reisverhalen.  Dagboekfragmenten.  Al die dingen lees ik in uw boek.  Verwarrend, zou men kunnen denken.  Een afwezige structuur, zou men kunnen opwerpen.  Maar dat alles is net wat uw boek vraagt.  Zoals ik zonet schreef, de zoektocht is complex.  In die tocht gaat u alle richtingen uit.  U bewandelt zijpaden.  U keert op uw stappen terug.  De veelzijdigheid van schrijfvormen is hiervan een verbeelding.

 

Op de achterflap lees ik dat u algemeen beschouwd wordt als een groot literair stilist.  Daarover had ik vóór dit boek geen mening.  Nooit eerder had ik een van uw boeken gelezen.  Ik kon die stelling niet beamen.  Bij het lezen van dit boek ging ik het begrijpen.  Bijna meteen ga ik begrijpen dat dit boek pure literaire verwennerij wordt.  Dat dit boek een intense literaire trip wordt.  De stijl die u hanteert, is barok.  Is zwaar.  Het dwingt mij tot slow reading.  Het dwingt mij om hele zinnen opnieuw te gaan lezen.  Soms een tweede keer.  Soms zelfs een derde keer.  Dat is helemaal niet erg.  Integendeel zelfs.  Enkel zo kan ik die finesse van wat u schrijft in mij opnemen.  Enkel zo kan ik de schoonheid in wat u schrijft in mij opnemen.  Ik verlies mij in uw teksten.  Teksten over de verrijzenis.  Over Petrus.  Over de kruisdood.  Over het bidden en het schaamtegevoel.  Heerlijk.  Ik likkebaard.  Het besef een uniek boek te lezen, duwt mij voort.

 

Een zwaar thema, dat is wat men kan verwachten.  Toch laat in binnen die zwaarheid een zekere lichtheid toe.  Dat gebeurt op de momenten dat u terugkijkt op uzelf.  Op de momenten dat u met een kritische blik kijkt naar de maatschappij.  Dan overkomt het mij vaak dat ik een glimlach niet kan onderdrukken.  Die glimlachen maken het thema beter verteerbaar.  Het brengt even de druk van de ketel.  Het staat mij toe even op adem te komen.  Die momenten brengen het boek in balans.  In een juiste balans.

 

Beste Christophe.  Aanvankelijk stond ik wat weigerachtig tegenover uw boek.  Na het lezen van uw boek kan ik enkel maar zeggen hoe blij ik ben dat ik begon in uw boek.  Telkens ik uw boek ter hand nam, zag ik u het spreekgestoelte opgaan.  Leek het alsof u mij persoonlijk toesprak.  Ik hing aan uw lippen.  Elk woord nam ik op in mij.  Telkens ik het boek aan de kant legde, schudde ik mijn hoofd.  Ik schudde met het hoofd omdat ik behoorlijk onder de indruk was van wat ik zonet gelezen had.  Ik was onder de indruk van wat u schreef.  Ik was onder de indruk hoe u schreef.  Het kan misschien gek klinken maar dit was een bijna hemelse ervaring.  Voor die ervaring wil ik u graag van ganser harte danken.  Dank dus.  Dank.  Dank.  Dank.

 

Met vriendelijke groeten.

 

PS: Ik ben nu al enkele dagen aan het grasduinen in het oeuvre van Johnny Cash.  Jawel, u hebt mij de weg getoond.  Ik luister en geniet.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb