Beste Lisa,
Het kan vreemd klinken maar de oorlog in Oekraïne heeft mij doen kennismaken met het land. Indien ik zou beweren dat ik helemaal niks wist van het land, zou ik de waarheid geweld aandoen. Ik had gelezen over de Maidanrevolutie. Op het nieuws had ik de annexatie van de Krim gevolgd. Die feiten waren mij bekend. De politieke finesses waren mij dan weer minder bekend. Daartoe ontbrak mij de nodige expertise. Met de oorlog in Oekraïne ging ik mij iets meer verdiepen in de geschiedenis van het land. In de politiek van het land. Ik las analyses. Ik las interviews. Ik las opiniestukken. Ik vergaarde kennis. Kennis die broodnodig was. Om tot een gewogen oordeel te kunnen komen. In het vergaren van die kennis durf ik uw boek (na het lezen ervan) als een belangrijke aanwinst te beschouwen. In dat boek vertelt u de geschiedenis van één land. Oekraïne. U doet dat aan de hand van één iemand. Uw grootmoeder. Rond haar persoon ontrolt zich de geschiedenis van het land.
Het verhaal begint heel realistisch. Aan de grensovergang tussen Oekraïne en Volksrepubliek Loegansk. U wordt daarheen gestuurd. Door uw grootmoeder. Van haar krijgt u een opdracht. U moet op zoek gaan naar uw verdwenen oom. Dat het geen evidente opdracht wordt, blijkt al meteen aan de grensovergang. De toegang wordt u geweigerd. U mag de Volksrepubliek niet in. Een woordenwisseling ontstaat. Tussen u en de grensbeambte. Ik zou het volledige verhaal kunnen navertellen. Dat zou nogal bizar zijn. U schreef het boek. U weet waarover het gaat. Om het kort te houden, schrijf ik enkel dat het u toch lukt die grens over te steken. Het gaat een beetje zoals in dat liedje van Herman Van Veen. U moet springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Dat alles moet u doen in een mijnenveld.
In dat mijnenveld lijkt uw boek zich los te koppelen van de realiteit. Vanaf dat moment betreden wij een fictieve wereld. Die fictieve wereld situeert u in het Paleis van de verloren Don Kozak. In dat Paleis ontmoet u uw overleden overgrootvader. Het klinkt allemaal een beetje gek. Toch is het dat niet. Het enige wat nodig is, is die spreekwoordelijke klik. Een klik moet gemaakt worden. Om mee te stappen in het verhaal. Om zich over te geven aan het verhaal. Eens dat gebeurd is, beginnen wij aan een fantastische reis doorheen de tijd.
Wandelend doorheen de vele kamers van het Paleis, vertelt uw overgrootvader het verhaal van uw familie. Het verhaal van uw vader en moeder. Van uw tantes en ooms. Van uw neven en nichten. Omdat u beseft dat het verhaal van een familie best wel ingewikkeld kan zijn, voegt u achteraan het boek een stamboom toe. Als leidraad. Ik grijp heel regelmatig terug naar die stamboom. Om het spoort niet bijster te geraken. Want dat gevaar zou kunnen bestaan. Toch gebeurt het niet. Het lukt mij wonderwel. Ik beschouw het als een hele krachttoer. Familieverbanden en familietakken, ik ben snel de weg kwijt. Maar u houdt mij bij de hand.
Uw familie wordt tastbaar. Net zoals het land, Oekraïne, tastbaar wordt. Wij schakelen vlot doorheen verschillende tijden. De Russische Revolutie. De jaren dertig. De Tweede Wereldoorlog. De Oekraïense burgeroorlog. In al die tijden spelen familieleden een rol. In elk van die tijden moet een kant gekozen worden. Aan de zijlijn blijven staan, lijkt geen optie. Dat heeft zo zijn gevolgen. Familieleden komen tegenover elkaar te staan. Gemaakte keuzes drijven families uiteen. Onbegrip groeit. Weerstand groeit.
U schrijft over oorlogen. Via verhalen van gewone mensen. Mensen waarmee wij ons kunnen vereenzelvigen. Dat maakt de oorlog nog gruwelijker. Dat maakt de oorlog nog intenser. Dat brengt de oorlog nog dichterbij. Gewone mensen trachten te overleven in een wereld, die plots verandert in een kruitvat. In een wereld, die plots verandert in een hel. In die gek geworden wereld trachten zij overeind te blijven. In die gek geworden wereld sterven mensen. Mensen, die nog niet hadden moeten sterven. In uw boek schrijft u dat een grond niet kan rusten onder een mengelmoes van volkeren. Dat zou wel kunnen. Dat zou best wel mogelijk zijn. Maar u toont wat de harde werkelijkheid telkens weer doet. Telkens weer zijn er oproerkraaiers. Telkens weer zijn er onruststokers. Zij stoken de boel op. Tot het barst. Tot het ontploft. Telkens weer zijn het de gewone mensen die daarvan het slachtoffer worden. Aan het front. Achter het front. Zij betalen het gelag.
Het Paleis van de verloren Don Kozak is niet de enige briljante vondst. U hebt er nog eentje. De witte herten met een gouden gewei en een gouden pijl in de rug. Zij zijn de overleden voorouders. Zij waken over de familie. Zij getuigen. U laat hen een deel van het verhaal vertellen. De ene keer zijn wij te gast in het Paleis. De andere keer worden wij ontvangen door de witte herten. Maar telkens zetten wij een stapje verder in het verhaal. Een verhaal dat ons leidt naar een beter begrip. Een beter begrip van een verscheurd land.
Ik moest denken aan The Wizard of Oz. Ik moest denken aan Alice in Wonderland. U laat ons reizen doorheen een magische wereld om de werkelijkheid beter te kunnen begrijpen. Om dat te doen lukken, zijn gewone woorden soms niet goed genoeg. Om dat te doen lukken, moet heel soms magie toegevoegd worden. Dat hebt u gedaan. Dat hebt u wonderlijk goed gedaan.
Beste Lisa. Ik wil u danken voor dit hartverscheurende boek. Met nog meer hartpijn volg ik nu de dagelijkse berichten over Oekraïne. In al die getuigenissen ontdek ik restjes van Aleksandra. Van Nikolaj. Van Baba Mari. Van Kolja. Van Njoesja. Oorlog is gruwelijk. Dat hebt u op een verbluffende wijze aangetoond. Gewone mensen dienen geen speelbal te worden van geopolitieke spelletjes. Gewone mensen dienen te leven. Dienen lief te hebben. Gewone mensen dienen gelukkig te zijn. Het kan klinken als een al te eenvoudig besluit na het lezen van uw boek. Toch besef ik dat die simpele eenvoud niet gemakkelijk te realiseren is. Dat valt hard. Voor die inzichten wil ik u danken. Van ganser harte.
Met vriendelijke groeten.
Reactie plaatsen
Reacties